Translation of "Avondeten" in Spanish

0.007 sec.

Examples of using "Avondeten" in a sentence and their spanish translations:

Het avondeten is klaar.

- La cena está lista.
- La cena está preparada.

Is het avondeten klaar?

¿La cena está lista?

Wanneer is het avondeten?

¿Cuándo es la cena?

We hadden net avondeten.

Acabamos de cenar.

- Tom was net klaar met avondeten.
- Tom had net zijn avondeten op.

Tom acaba de terminar de cenar.

Hoelang nog tot het avondeten?

¿Cuánto falta para la cena?

Het avondeten is bijna klaar.

La cena está casi lista.

Het avondeten was zo lekker.

La cena estuvo tan deliciosa.

Het avondeten is klaar, papa.

La cena está lista, papi.

- Tom maakte spaghetti voor het avondeten.
- Tom heeft spaghetti voor het avondeten gemaakt.

Tom preparó espaguetis para la cena.

Gisteravond heeft Tom geen avondeten gegeten.

Tom no cenó ayer.

Het is tijd voor het avondeten!

¡Es hora de cenar!

Ik heb het avondeten klaargemaakt gisteren.

He preparado la cena ayer.

Tom at restjes voor het avondeten.

Tom se comió las sobras para cenar.

Hoe laat gebruikt u het avondeten?

- ¿A qué hora cenás?
- ¿A qué hora cenas?

Tom kwam net voor het avondeten.

Tom vino justo antes de la cena.

Hij kijkt televisie na het avondeten.

Ve la televisión después de cenar.

Tom was te laat voor het avondeten.

Tom llegó tarde a la cena.

Na het avondeten deed ik de afwas.

Yo lavé los platos después de la cena.

Seiko aanvaardde de uitnodiging voor het avondeten.

Seiko aceptó la invitación a la cena.

Ik liet mijn zoon het avondeten klaarmaken.

Hice que mi hijo preparara la cena.

Gewoonlijk neem ik dessert na het avondeten.

Suelo tomar postre después de cenar.

Ik kijk vaak tv voor het avondeten.

A menudo veo la tele antes de cenar.

Seiko aanvaardde zijn uitnodiging voor het avondeten.

Seiko aceptó su proposición para cenar.

Ik nodigde hem uit voor het avondeten.

Le invité a cenar.

Jullie mogen na het avondeten tv kijken.

Podéis ver la televisión después de cenar.

Oom Bob nodigde ons uit voor het avondeten.

El tío Bob nos invitó a cenar.

Wat vind je van vis voor het avondeten?

¿Qué tal pescado para cenar?

Mijn vrienden hebben mij uitgenodigd voor het avondeten.

- Mis amigos me invitaron a una cena.
- Mis amigos me invitaron a cenar.

Mijn vader zei geen woord tijdens het avondeten.

Mi padre no dijo ni una sola palabra durante la cena.

- Wanneer eet je het avondeten?
- Wanneer dineer je?

¿Cuándo cenas?

Ze is volop het avondeten aan het klaarmaken.

Ella está ocupada preparando la cena.

Mijn moeder is bezig het avondeten te koken.

- Mi madre está ocupada preparando la cena.
- Mi madre está ocupada cocinando la cena.

Ik heb mijn buren uitgenodigd voor het avondeten.

Invité a mis vecinos a cenar.

- Het avondeten kan wachten.
- Het diner kan wachten.

La cena puede esperar.

Mag ik iets te knabbelen voor het avondeten?

¿Puedo mordisquear algo antes de cenar?

Wil je misschien een drankje voor het avondeten?

¿Te gustaría un trago antes de cenar?

Het avondeten is meestal niet voor zes uur klaar.

La cena no suele estar preparada antes de las seis.

Tom warmde voor het avondeten een blik ravioli op.

Tom se calentó una lata de raviolis para la cena.

Tom maakt niet vaak zijn huiswerk voor het avondeten.

Tom no suele hacer su tarea antes de la cena.

Tom gaat bijna altijd in bad voor het avondeten.

Tom casi siempre se baña antes de cenar.

- Ik heb uw avondeten voor u in de oven laten staan.
- Ik heb je avondeten voor je in de oven laten staan.

- Dejé tu cena en el horno.
- Te he dejado la cena en el horno.

Hartelijk dank omdat u ons voor het avondeten hebt uitgenodigd.

Gracias por invitarnos a cenar.

Het avondeten is klaar, we kunnen eten wanneer we willen.

La cena está lista, así que podemos comer cuando queramos.

- Ik heb het diner gemaakt.
- Ik heb het avondeten gemaakt.

Preparé cena.

Je kan geen honger hebben. Je hebt net je avondeten gehad.

No puedes tener hambre. Acabas de cenar.

Neem me niet kwalijk als ik het avondeten niet goed gekookt heb.

Perdón si no cociné bien la cena.

- Laat mij voor het diner betalen.
- Laat mij voor het avondeten betalen.

Déjame pagar por la cena.

- Wat wil je voor het diner?
- Wat wil je voor het avondeten?

¿Qué hacemos para cenar?

- Je mag na het eten niet naar buiten.
- Je mag na het avondeten niet naar buiten.

No puedes salir después de cenar.

- Je mag na het eten niet naar buiten.
- Je mag na het avondeten niet naar buiten.
- Je kunt niet weggaan na het eten.

No puedes salir después de cenar.