Translation of "Reizen" in Portuguese

0.016 sec.

Examples of using "Reizen" in a sentence and their portuguese translations:

Reizen is leuk.

É divertido viajar.

Ik hou van reizen.

Eu gosto de viajar.

Hou je van reizen?

Você gosta de viagem?

Reizen is heel leuk.

Viajar é muito divertido.

We reizen naar Barcelona.

Estamos a viajar para Barcelona.

Tom houdt van reizen.

Tom adora viajar.

Veel mensen reizen graag.

Muitas pessoas gostam de viajar.

Wanneer kan ik reizen?

Quando eu posso viajar?

Tom hield van reizen.

Tom adorava viajar.

- Hij houdt echt veel van reizen.
- Hij is dol op reizen.

- Ele adora viajar.
- Ele gosta muito de viajar.

Ik wil met je reizen.

Eu quero viajar com você.

Ik wil naar Australië reizen.

Quero viajar para a Austrália.

...zoals in daluren te reizen .

como tentar comutar em horas mais quietas.

Hij is dol op reizen.

Ele adora viajar.

Tom houdt niet van reizen.

Tom não gosta de viajar.

Ik wil rond de wereld reizen.

Quero viajar ao redor do mundo.

Reizen is vandaag de dag gemakkelijk.

É fácil viajar hoje em dia.

Ik zou graag alleen willen reizen.

- Eu gostaria de viajar sozinho.
- Eu queria viajar só.
- Gostaria de viajar sozinha.

Je mag reizen waarheen je wilt.

Você pode viajar para onde quiser.

Ik wil naar de maan reizen.

Quero viajar para a Lua.

- Je bent te jong om alleen te reizen.
- Jullie zijn te jong om alleen te reizen.
- U bent te jong om alleen te reizen.

Você é jovem demais para viajar sozinha.

- Hou je van reizen?
- Reis je graag?

Você gosta de viajar?

- Ik hou van reizen.
- Ik reis graag.

- Eu adoro viajar.
- Eu gosto muito de viajar.

We gaan volgende maand naar Estland reizen.

Vamos viajar para a Estônia no mês que vem.

Vertel me over je reizen rond de wereld.

Conte-me sobre suas viagens ao redor do mundo.

Je bent te jong om alleen te reizen.

Você é jovem demais para viajar sozinho.

Ze droomt ervan om rond de wereld te reizen.

Seu sonho é viajar ao redor do mundo.

Mijn ouders raadden me af om alleen te reizen.

Meus pais me dissuadiram de viajar sozinho.

Hij houdt van reizen. Ik houd er ook van.

Ela gosta de viajar, e eu também.

Ik zou heel graag over de wereld willen reizen.

Eu gostaria muito de viajar pelo mundo.

Zijn er nog kortingen van toepassing voor meerdere reizen?

Há algum desconto para viagens múltiplas?

En verminder zo veel mogelijk reizen tussen verschillende steden.

E limite severamente suas viagens de cidade a cidade,

Vroeger waren de mensen gewend te voet te reizen.

Antigamente as pessoas estavam acostumadas a viajar a pé.

Mijn droom is om in een spaceshuttle te reizen.

O meu sonho é viajar num vaivém espacial.

Hij houdt er echt van om veel te reizen.

Ele realmente gosta muito de viajar.

- Tijdreizen is onmogelijk.
- Reizen door de tijd is onmogelijk.

- A viagem no tempo é impossível.
- Viajar no tempo é impossível.

Tom houdt er niet van om alleen te reizen.

Tom não gosta de viajar sozinho.

Is het mogelijk om met weinig geld te reizen?

É possível viajar com pouco dinheiro?

Elk jaar reizen ze duizenden kilometers om hier te komen.

Todos os anos, percorrem milhares de quilómetros para chegar aqui.

De dag waarop we naar de maan reizen zal komen.

Logo virá o dia em que poderemos viajar à Lua.

Mijn plan voor de zomer is naar Europa te reizen.

Meu plano para o verão é ir à Europa.

Ze is in staat alleen door het land te reizen.

Ela é capaz de viajar sozinha pelo país.

Ik vind het leuk om met de trein te reizen.

Eu gosto de viajar de trem.

Het is voor mij niet makkelijk om naar Japan te reizen.

Não é fácil para mim viajar para o Japão.

Het zal niet lang meer duren voordat we naar Mars kunnen reizen.

Não vai demorar muito até podermos viajar para Marte.

Heeft u genoeg geld en tijd om naar het buitenland te reizen?

Você tem dinheiro e tempo suficientes para viajar ao exterior?

Tom zei zijn baan op en besloot de wereld rond te reizen.

Tom largou o emprego e decidiu viajar pelo mundo.

Met het vliegtuig reizen is vlug. Maar met de boot is het ontspannend.

Viajar de avião é rápido; viajar pelo mar, porém, é relaxante.

Om naar het buitenland te reizen heeft men meestal een internationaal paspoort nodig.

Em geral, precisa-se de um passaporte para viajar ao estrangeiro.

Zij heeft nog niet de leeftijd om zelfstandig naar het buitenland te reizen.

Ela não tem idade suficiente para viajar para o exterior sozinha.

De wereld is een boek, zij die niet reizen lezen enkel de eerste bladzijde.

O mundo é um livro e aqueles que não viajam leem apenas uma página.

- Er is niemand die met mij mee wil.
- Ik heb niemand die met mij zou reizen.

Eu não tenho ninguém que viaje comigo.

Hoop is als de zon die, als we ernaartoe reizen, de schaduw van onze last achter ons werpt.

A esperança é como o sol, que, quando viajamos em direção a ele, lança a sombra do nosso fardo para trás de nós.

We kunnen reizen door de tijd. En we doen dat met de ongelooflijke snelheid van een seconde per seconde.

Nós podemos viajar no tempo. E fazemos isso à incrível velocidade de um segundo por segundo.

Overdag ver reizen is uitputtend voor het pasgeboren kalf. Ze moeten zo veel mogelijk afstand afleggen terwijl het koel is.

A cria recém-nascida não aguenta percorrer grandes distância de dia. Têm de avançar o máximo possível enquanto está fresco.

- Ik vind het leuk om met de trein te reizen.
- Ik vind het leuk om met de trein te gaan.

Eu gosto de viajar de trem.

- Er is niemand die met mij mee wil.
- Ik heb niemand die met mij zou reizen.
- Ik heb niemand die met me meereist.

Eu não tenho ninguém que viaje comigo.