Translation of "Veel" in Portuguese

0.018 sec.

Examples of using "Veel" in a sentence and their portuguese translations:

- Veel geluk.
- Succes.
- Veel succes!

Boa sorte!

- Veel geluk.
- Succes.
- Veel succes!
- Toi toi toi!
- Veel geluk!

Boa sorte.

Hij drinkt veel te veel bier.

Ele bebe cerveja demais.

- Eet veel groenten.
- Eet veel groente.

Coma muito legumes.

- Hij leest veel.
- Ze leest veel.

- Ele lê muito.
- Ele anda lendo muito.
- Ela lê muito.

- Reist gij veel?
- Reist u veel?

- Você viaja muito?
- Vocês viajam muito?

- Hij praatte niet veel.
- Zij praatte niet veel.
- Ik praatte niet veel.
- Hij zei niet veel.
- Zij zei niet veel.
- Ik zei niet veel.

Falava pouco.

Veel succes.

Boa sorte!

veel mensen.

muita gente,

Veel plezier.

- Divirtam-se!
- Divirtam-se bem.

Veel geluk.

Boa sorte.

- Jullie werken te veel!
- Je werkt te veel.
- U werkt te veel.
- Jullie werken te veel.

Você trabalha demais.

- Hij is veel veranderd.
- Hij veranderde veel.

Ele mudou muito.

- Ik volleybal veel.
- Ik speel veel volleybal

Eu jogo muito vôlei.

- U heeft veel boeken.
- Jij hebt veel boeken.
- Jullie hebben veel boeken.

Você tem muitos livros.

- Heb je veel pennen?
- Heeft u veel pennen?
- Hebben jullie veel pennen?

- Você tem muitas canetas?
- Você possui muitas canetas?

- Veel geluk.
- Succes.
- Veel succes!
- Toi toi toi!

- Boa sorte.
- Boa sorte!

- Hij werkt te veel.
- Zij werkt te veel.

Ela trabalha demais.

- Jullie werken te veel!
- Jullie werken te veel.

- Trabalham demais.
- Vocês trabalham demais.

- Ubuntu bevat veel programma's.
- Ubuntu bevat veel software.

O Ubuntu inclui muito software.

- Hij drinkt te veel.
- Hij zuipt te veel.

Ele bebe demais.

Niet veel ruimte.

Não tem muito espaço.

...win je veel.

ganhamos muito.

Niet veel later...

Não muito tempo depois,

Reist u veel?

- Você viaja muito?
- Vocês viajam muito?

Ik volleybal veel.

Eu jogo muito vôlei.

Hij leest veel.

Ele lê um bocado.

Veel vissen stierven.

Muitos peixes morreram.

- Veel succes!
- Succes!

Eu te desejo sorte.

Dat verklaart veel.

Explica muito.

Hij eet veel.

Ele come muito.

We dronken veel.

- Nós bebemos muito.
- A gente bebeu muito.

Hij schreeuwt veel.

Ele grita muito.

Ik leer veel.

Estou aprendendo muito.

Ze leest veel.

Ela lê muito.

Ze praat veel.

Ela fala muito.

Zeker. Hoe veel?

- De acordo. Quantos?
- Certo. Quanto?

Ze verloren veel.

- Eles perderam muito.
- Elas perderam muito.

Te veel geld?

Dinheiro demais?

Tom spijbelt veel.

Tom pula aulas com frequência.

Ik reis veel.

Eu viajo muito.

Ik nies veel.

- Eu geralmente espirro.
- Eu espirro com frequência.
- Volta e meia eu espirro.
- Eu espirro frequentemente.

Tom werkt veel.

Tom trabalha muito.

- Veel geluk.
- Succes.

Boa sorte!

Luister, heel veel!

Escutem, pessoal!

Hij praat veel.

Ele conversa muito.

Tom rookt veel.

O Tom fuma muito.

Tom huilde veel.

Tom chorou muito.

Hij telefoneerde veel.

Ele tem telefonado muito.

Maria slaapt veel.

Maria dorme muito.

Dat is veel!

É muito!

Ik hik veel.

Eu soluço muito.

Ik boer veel.

Eu arroto muito.

Weet ik veel!

Como eu poderia saber?

Paul praat veel.

Paul fala muito.

Tom drinkt veel.

Tom bebe muito.

Ik drink veel.

Eu bebo muito.

Tom mompelt veel.

Tom resmunga muito.

Tom boert veel.

Tom arrota muito.

Ze weet veel.

Ela sabe muito.

We praten veel.

- Nós conversamos bastante.
- A gente conversa bastante.

- Hij eiste veel geld.
- Hij vroeg om veel geld.

- Ele pediu muito dinheiro.
- Ele pediu uma grande quantidade de dinheiro.

- Normaal gesproken eet ik veel.
- Ik eet meestal veel.

Normalmente eu como muito.

- Tom heeft veel fouten gemaakt.
- Tom maakte veel fouten.

Tom cometeu muitos erros.

- Hij heeft veel geld.
- Hij beschikt over veel geld.

Ele tem muito dinheiro.

- Ik heb te veel gegeten.
- Ik at te veel.

Comi demais.

- Zij heeft veel vrienden.
- Ze heeft te veel vriendjes.

Ela tem muitos amigos.

- Ik wens je veel succes.
- Ik wens jullie veel succes.
- Ik wens u veel succes.

Desejo bons êxitos.

- Tom heeft veel cadeaus ontvangen.
- Tom heeft veel geschenken ontvangen.
- Tom heeft veel cadeaus gekregen.

- Tom recebeu muitos presentes.
- Tom ganhou muitos presentes.

- Hij bezit veel boeken over geschiedenis.
- Hij heeft veel geschiedenisboeken.

Ele tem muitos livros de história.

- Ze zijn veel te kalm.
- Ze zijn veel te rustig.

Eles estão calmos demais.

- Er is veel te doen.
- Er is veel te doen!

Há tanto que fazer!

- Ze heeft te veel vriendjes.
- Ze heeft te veel vrienden.

Ela tem muitos amigos.

- Ik maakte veel stomme fouten.
- Ik maakte veel domme fouten.

Eu cometi muitos erros estúpidos.

- Hij las erg veel.
- Hij was gewoon veel te lezen.

- Ele costumava ler muito.
- Ele lia muito.