Translation of "Leest" in Polish

Iedereen leest.

Wszyscy czytają.

Ze leest graag.

Ona lubi czytać.

Tom leest graag.

Tom lubi czytać.

Ze leest Chinees.

Ona czyta chiński.

Hij leest voortdurend.

On ciągle czyta.

Hij leest graag kranten.

On lubi czytać gazety.

Hij leest graag boeken.

On lubi czytać książki.

Je leest te veel.

Czytasz za dużo.

Hij leest alleen proza.

On tylko czyta prozę.

Je leest een boek.

Czytasz książkę.

Het maakt niet uit wát je leest, maar hoe je leest.

Nieważne, co czytasz, ale jak czytasz.

- Iedere morgen leest hij de krant.
- Iedere morgen leest ze de krant.

Co rano czyta gazetę.

- Iedere morgen leest ze de krant.
- Ze leest elke morgen de krant.

Ona każdego rana czyta gazetę.

Schoenmaker, blijf bij uw leest.

Pilnuj, szewcze, kopyta.

Tom leest graag Engelse literatuur.

Tom lubi czytać literaturę angielską.

Ik weet dat hij leest.

Wiem, że on czyta.

Ik wil dat hij dit leest.

Chciałbym, by to przeczytał.

Iedere morgen leest hij de krant.

On czyta gazetę każdego rana.

Iedere morgen leest ze de krant.

Co rano czyta gazetę.

Tom leest de krant niet eens.

Tom nie czyta nawet gazet.

Ik wil dat je dit boek leest.

- Chcę, żebyś przeczytał tę książkę.
- Chcę, żebyś przeczytała tę ksiązkę.

- Welke krant lees jij?
- Welke krant leest u?

Jaką gazetę czytasz?

De zin die u nu leest, bestaat niet.

Zdanie, które czytasz, nie istnieje.

Mijn vader leest vaak de krant tijdens de maaltijd.

Mój ojciec często czyta gazetę w czasie posiłku.

- Wie leest er?
- Wie is er aan het lezen?

Kto czyta?

Nu lees ik, lees jij en leest hij; wij lezen allen.

Teraz ja czytam, ty czytasz i on czyta; wszyscy czytamy.

- Wie leest er?
- Wie belt er?
- Wie is er aan het bellen?

Kto czyta?

- Wat ben je aan het lezen?
- Wat lees je?
- Wat bent u aan het lezen?
- Wat lezen jullie?
- Wat leest u?

Co czytasz?