Translation of "Boeken" in Polish

0.007 sec.

Examples of using "Boeken" in a sentence and their polish translations:

- U heeft veel boeken.
- Jij hebt veel boeken.
- Jullie hebben veel boeken.

- Masz dużo książek.
- Macie dużo książek.

- Hoeveel boeken heeft hij?
- Hoeveel boeken bezit hij?

Ile on ma książek?

- Dit zijn onze boeken.
- Hier zijn onze boeken.

To są nasze książki.

- Hoeveel boeken bezit je?
- Hoeveel boeken hebben jullie?

Ile masz książek?

We boeken vooruitgang.

Robimy postępy.

Hij schrijft boeken.

On pisze książki.

- Ze heeft enkele boeken.
- Ze heeft een paar boeken.

Ona ma kilka książek.

- Van wie zijn die boeken?
- Van wie zijn deze boeken?

Czyje są te książki?

Ik heb veel boeken.

Mam wiele książek.

Ze heeft tweeduizend boeken.

Ona ma dwa tysiące książek.

Ik lees graag boeken.

Lubię czytać książki.

Hij leest graag boeken.

On lubi czytać książki.

Ze heeft meer boeken.

Ona ma więcej książek.

Hoeveel boeken bezit u?

Ile książek posiada pan?

Ik lees geen boeken.

- Nie czytam książek.
- Nie czytuję książek.

Hoeveel boeken heeft hij?

Ile on ma książek?

Dit zijn onze boeken.

To są nasze książki.

Ik heb twee boeken.

Mam dwie książki.

Ze hebben weinig boeken.

Mają mało książek.

Die boeken zijn nieuw.

Te książki są nowe.

Ik lees vaak boeken.

Często czytam książki.

Ik hou van boeken.

Uwielbiam książki.

Dit zijn mijn boeken.

To są moje książki.

Ik heb enkele boeken.

mam kilka książek

Dat zijn mijn boeken.

To są moje książki.

Ze bezit tweeduizend boeken.

- Ona ma dwa tysiące książek.
- Ma dwa tysiące książek.

Tom heeft drieduizend boeken.

Tom ma trzy tysiące książek.

Ik lees veel boeken.

Czytam dużo książek.

Mijn vader heeft veel boeken.

Mój ojciec ma wiele książek.

Boeken lezen is erg interessant.

Czytanie książek jest bardzo ciekawe.

Hij heeft twee boeken geschreven.

- Wydał dwie książki.
- Napisał dwie książki.

Ik heb veel boeken nodig.

Ja potrzebuję dużo książek.

Ze heeft ongeveer 2000 boeken.

Ma około dwóch tysięcy książek.

Ik bezit maar 10 boeken.

Posiadam zaledwie 10 książek.

Hij leende me twee boeken.

Pożyczył mi dwie książki.

Van wie zijn die boeken?

Czyje to są książki?

Waar kan ik boeken kopen?

Gdzie mogę kupić książki?

Ik heb wat Franse boeken.

- Mam trochę francuskich książek.
- Mam trochę książek po francusku.

Ze heeft verschillende boeken geschreven.

Napisała kilka książek.

Lees zo veel mogelijk boeken.

Czytaj możliwie dużo książek.

Meerdere boeken lezen is belangrijk.

Ważne jest czytanie wielu książek.

Ik lees heel graag boeken.

Kocham czytanie książek.

Ik heb beide boeken gelezen.

Przeczytałem obie te książki.

Leerlingen krijgen boeken met woorden

uczniowie otrzymują książki ze słowami

Ze bezit niet veel boeken.

Ona nie ma zbyt wielu książek.

Ik heb veel boeken gelezen.

Przeczytałem dużo książek.

- Hij heeft veel boeken geschreven over China.
- Hij schreef veel boeken over China.

Napisał dużo książek o Chinach.

- Sinds vanochtend heb ik drie boeken gelezen.
- Sinds vanmorgen heb ik drie boeken gelezen.

Od rana przeczytałem trzy książki.

Hij schreef veel boeken over China.

Napisał dużo książek o Chinach.

Ze gaf me een paar boeken.

- Dała mi kilka książek.
- Ona mi dała kilka książek.

Ze koopt boeken in de boekwinkel.

Kupuje książki w księgarni.

Op de tafel liggen enkele boeken.

Na stole jest parę książek.

Al deze boeken zijn van mij.

Wszystkie te książki są moje.

Heb je boeken om te lezen?

Masz jakąś książkę do czytania?

Papa heeft boeken voor me gekocht.

Tata kupił mi książki.

- Het is belangrijk veel boeken te lezen.
- Het is belangrijk om veel boeken te lezen.

Ważne jest czytanie wielu książek.

Hoeveel boeken bevinden zich op de tafel?

Ile książek jest na stole?

Ik heb driemaal meer boeken dan hij.

Mam trzy razy więcej książek niż on.

Ik wil een vlucht naar Brazilië boeken.

Chciałbym zamówić lot do Brazylii.

Tom las dertig boeken het laatste jaar.

- Tom przeczytał w ubiegłym roku 30 książek.
- Tom przeczytał w zeszłym roku 30 książek.

Dit boek is het kleinste van alle boeken.

Ta książka jest najmniejsza ze wszystkich.

"Wiens boeken zijn dit?" "Die zijn van Alice."

"Czyli to książki?" "Alicji."

- Dat zijn mijn boeken.
- Dit is mijn boek.

- To moja książka.
- To jest moja książka.

Buiten het uitlenen van boeken bieden bibliotheken verschillende andere diensten aan.

Oprócz wypożyczania książek oferują biblioteki różne inne usługi.

Boeken zijn bijen die stuifmeel van het ene naar het andere geheugen dragen.

Książki to pszczoły przenoszące pyłek z jednego umysłu na drugi.