Translation of "Veel" in Polish

0.015 sec.

Examples of using "Veel" in a sentence and their polish translations:

- Veel geluk.
- Succes.
- Veel succes!
- Toi toi toi!
- Veel geluk!

Powodzenia.

- Zij rookt veel.
- Ze rookt veel.

Ona dużo pali.

Veel succes.

Powodzenia!  

Veel plezier!

- Baw się dobrze!
- Miłej zabawy!

Veel geluk.

Powodzenia

- Jullie werken te veel!
- Je werkt te veel.
- U werkt te veel.
- Jullie werken te veel.

Pan pracuje za dużo.

- Ik wil veel.
- Ik zou veel willen.

- Żądam niemało.
- Dużo chcę.

- U heeft veel boeken.
- Jij hebt veel boeken.
- Jullie hebben veel boeken.

- Masz dużo książek.
- Macie dużo książek.

- Heb je veel pennen?
- Heeft u veel pennen?
- Hebben jullie veel pennen?

Czy masz dużo piór?

- Jullie werken te veel!
- Jullie werken te veel.

Pracujecie za dużo.

Bij veel vogelsoorten

U wielu gatunków ptaków

Niet veel ruimte.

Nie za dużo miejsca.

...win je veel.

wiele się wygrywa.

Niet veel later...

Niedługo potem

- Veel succes!
- Succes!

Powodzenia!

Reist u veel?

Czy często podróżujesz?

Ik volleybal veel.

Często gram w siatkówkę.

Veel vissen stierven.

Wiele ryb zdechło.

Hij eet veel.

On dużo je.

We dronken veel.

Sporo wypiliśmy.

Zeker. Hoe veel?

Dobrze. Ile?

Ze verloren veel.

Stracili bardzo dużo.

Te veel geld?

Za dużo pieniędzy?

- Veel geluk.
- Succes.

- Powodzenia
- Powodzenia.

Ik nies veel.

Często kicham.

Dat is veel!

To strasznie dużo!

Hij schreeuwt veel.

On dużo krzyczy.

Zij sprak veel.

Mówiła sporo.

Ik wil veel.

Dużo chcę.

Ik werk veel.

Dużo pracuję.

Hij praat veel.

On dużo mówi.

Ik hik veel.

Często mam czkawkę.

- Australië exporteert veel wol.
- Australië voert veel wol uit.

Australia eksportuje dużo wełny.

- Hij heeft veel geld.
- Hij beschikt over veel geld.

On ma dużo pieniędzy.

- Ik heb te veel gegeten.
- Ik at te veel.

- Przejadłem się.
- Zjadłem za dużo.

- Er is veel te doen.
- Er is veel te doen!
- Er is veel werk te doen.

Jest wiele do zrobienia.

- Je werkt te hard.
- Jullie werken te veel!
- Je werkt te veel.
- U werkt te veel.

Pan pracuje za dużo.

- Je moet veel harder studeren.
- Jullie moeten veel harder studeren.

Musisz uczyć się pilniej.

- Veel schilderijen hangen in kunstmusea.
- Veel schilderijen hangen in kunstmuseums.

W muzech wisi dużo obrazów.

- Ge drinkt te veel koffie.
- Je drinkt te veel koffie.

Pijesz za dużo kawy.

- Tom kijkt te veel tv.
- Tom kijkt te veel televisie.

Tom ogląda za dużo telewizji.

Soms een beetje veel.

czasami zdecydowanie inaczej.

Ik heb veel overgegeven.

Dużo zwymiotowałem.

Er zijn veel opties.

Mają mnóstwo możliwości.

Het is veel koeler...

Jest wtedy chłodniej,

Kende ik veel beperkingen.

napotkałam wiele ograniczeń.

Kyoto heeft veel universiteiten.

- W Kioto znajdują się liczne uczelnie.
- Kioto ma dużo uniwersytetów.

Dat is te veel.

To jest za dużo.

Veel mensen bewonderen Nikko.

Wielu ludzi podziwia Nikko.

Ik heb veel foto's.

Mam wiele zdjęć.

Ik wil veel meer.

Chcę znacznie więcej.

Ik heb veel boeken.

Mam wiele książek.

- Veel plezier!
- Amuseer je!

Baw się dobrze.

Ze praat te veel.

Ona mówi za dużo.

Tom weet te veel.

Tom wie za wiele.

Je kletst te veel.

Za dużo gadacie.

Doet het veel pijn?

Czy to bardzo boli?

Eet niet te veel.

Nie jedz zbyt dużo.

We hebben veel vrienden.

Mamy wielu przyjaciół.

Was er veel schade?

Było wiele szkód?

Het kost te veel.

- To za dużo kosztuje.
- To jest za drogie.

Hij heeft veel geld.

- On ma dużo pieniędzy.
- On ma mnóstwo pieniędzy.
- Ma dużo pieniędzy.

Dat was te veel.

Było za dużo.

Tom had veel vrienden.

Tom miał wielu przyjaciół.

Je werkt te veel.

Pracujesz za dużo.

Je praat te veel.

Mówisz za dużo.

Hij las erg veel.

On wiele czytał.

Hij heeft veel zelfvertrouwen.

On bardzo wierzy w siebie.

Ik heb veel dromen.

Mam dużo snów.

Ze eten veel rijst.

Oni jedzą dużo ryżu.

Ik heb veel vrienden.

Mam wielu przyjaciół.

Je denkt te veel.

Za dużo myślisz.

Mijn boek weegt veel.

Moja książka jest bardzo ciężka.

We hebben veel tijd.

Mamy mnóstwo czasu.

Hij drinkt te veel.

- On pije za dużo.
- On za dużo pije.

Veel bomen zijn omgevallen.

Wiele drzew się przewróciło.

Ik heb veel geld.

Mam dużo pieniędzy.

Het kostte niet veel.

To nie kosztowało dużo.

Veel mensen reizen graag.

Dużo ludzi lubi podróżować.

Je leest te veel.

Czytasz za dużo.

Tom werkt te veel.

Tom zbyt dużo pracuje.

Drink je veel melk?

Pijesz dużo mleka?

Ana heeft veel bewonderaars.

Anne ma wielu admiratorów.