Translation of "Gebeld" in Polish

0.004 sec.

Examples of using "Gebeld" in a sentence and their polish translations:

- Er werd gebeld.
- Iemand heeft gebeld.

Ktoś dzwonił.

- Heb je me gebeld?
- Heeft u mij gebeld?

- Dzwoniłeś?
- Dzwoniłaś?

Heeft Tom gebeld?

Czy Tom dzwonił?

Niemand heeft gebeld.

Nikt nie dzwonił.

Iemand heeft gebeld.

Ktoś dzwonił.

Ik heb gebeld.

Rozmawiałem przez telefon.

- Heb je haar al gebeld?
- Hebben jullie haar al gebeld?

Czy już do niej dzwoniłeś?

Paul heeft net gebeld.

Paul właśnie dzwonił.

Ik heb hem gisteren gebeld.

Dzwoniłem do niego wczoraj.

Tom heeft nog niet gebeld.

Tom jeszcze nie zadzwonił.

Uiteindelijk heeft ze niet gebeld.

W końcu nie zadzwoniła.

- Ik belde.
- Ik heb gebeld.

Dzwoniłem.

Waarom heb je niet gebeld?

Dlaczego nie zadzwoniłeś?

Tom heeft Mary nog niet gebeld.

Tom jeszcze nie zadzwonił do Mary.

- Wie heeft er gebeld?
- Wie belde er?

- Kto zadzwonił?
- Kto dzwonił?

Ik heb je drie uur geleden gebeld.

Zadzwoniłem do ciebie trzy godziny temu.

Zeg Tom alsjeblieft dat ik heb gebeld.

Powiedz proszę Tomowi, że dzwoniłem.

- We spraken elkaar aan de telefoon.
- We hebben gebeld.

Rozmawialiśmy przez telefon.

- Ik heb hem gisteren getelefoneerd.
- Ik heb hem gisteren gebeld.

Dzwoniłem do niego wczoraj.

Tom heeft gebeld om te zeggen dat hij te laat zal zijn.

Tom zadzwonił, by powiedzieć, że się spóźni.

Bij het voorbereiden van deze video hebben we gebeld met CESAR BRAVO, een boer uit Spanje, specifiek

Przygotowując to wideo, zatelefonowaliśmy CESAR BRAVO, rolnik z Hiszpanii, dokładniej