Translation of "Winkelen" in Japanese

0.003 sec.

Examples of using "Winkelen" in a sentence and their japanese translations:

Universiteit, winkelen, muziek.

大学、ショッピング、音楽

Ik moet gaan winkelen.

買い物に行かなければならない。

Ze ging ergens anders winkelen.

彼女はどこか他に買い物に行った。

Moeder is net gaan winkelen.

母はちょうど買い物に出かけたところです。

Moeder is aan het winkelen.

母は買物に出かけました。

- Ik haat winkelen.
- Ik haat shoppen.

買い物嫌いなんだよ。

- Ze is gaan shoppen.
- Ze is gaan winkelen.

彼女は買い物に出かけた。

Heb je zin om mee te gaan winkelen?

買い物一緒に行く?

- Ik moet gaan winkelen.
- Ik moet boodschappen gaan doen.

- 買い物に行かなければならない。
- 買い物に行かなきゃ。
- 買い物に行かないといけないの。

Ik stond op het punt om te gaan winkelen, toen jij belde.

私がちょうど買い物に出かけようとしていたら、あなたから電話があった。

- Ik wil wat winkelen in de buurt.
- Ik wil hier een paar dingen kopen.

私はこのあたりで少し買い物をしたい。