Translation of "Toekomst" in Italian

- Denk aan je toekomst.
- Denk aan jullie toekomst.
- Denk aan uw toekomst.

- Pensa al tuo futuro.
- Pensate al vostro futuro.
- Pensi al suo futuro.

Op je toekomst!

Al tuo futuro!

Ofwel in de toekomst,

o nel futuro,

Hun hoop, hun toekomst.

delle loro speranze, dei loro futuri.

Hoe onze toekomst eruitziet.

a modellare il nostro futuro collettivo.

Ik heb geen toekomst.

- Non ho futuro.
- Io non ho futuro.

Niemand kent de toekomst.

Nessuno conosce il futuro.

Denk aan uw toekomst.

- Pensate al vostro futuro.
- Pensi al suo futuro.

- Je hebt een zonnige toekomst.
- Je hebt een hoopvolle toekomst.
- Je hebt een rooskleurige toekomst.
- Je hebt een zonnige toekomst in het verschiet.
- Je hebt een zonnige toekomst voor je liggen.

- Ha un futuro brillante.
- Hai un futuro brillante.
- Tu hai un futuro brillante.
- Lei ha un futuro brillante.
- Avete un futuro brillante.
- Voi avete un futuro brillante.

- Je toekomst zit vol met mogelijkheden.
- Uw toekomst zit vol met mogelijkheden.
- Jullie toekomst zit vol met mogelijkheden.

- Il tuo futuro è pieno di possibilità.
- Il suo futuro è pieno di possibilità.
- Il vostro futuro è pieno di possibilità.

Je voorspelt de toekomst niet.

Non state prevedendo il futuro,

Je verbeeldt je de toekomst.

lo state immaginando.

Ik kom uit de toekomst.

- Vengo dal futuro.
- Io vengo dal futuro.

Ze kan de toekomst voorspellen.

- Riesce a prevedere il futuro.
- Lei riesce a prevedere il futuro.

Wie kan de toekomst lezen?

Chi può leggere il futuro?

- Latijn is de taal van de toekomst.
- Latijn is de taal van de toekomst!

Il latino è la lingua del futuro!

De toekomst is deze inspanning waard.

il futuro merita questo lavoro.

Ik ben bezorgd over de toekomst.

- Sono ansioso riguardo al futuro.
- Io sono ansioso riguardo al futuro.
- Sono ansiosa riguardo al futuro.
- Io sono ansiosa riguardo al futuro.

Maak je klaar voor de toekomst.

Preparati per il futuro.

De toekomst was vijf minuten geleden.

Il futuro era cinque minuti fa.

Ik geef niet om mijn toekomst.

Non mi interessa il mio futuro.

En je een vervulde toekomst kunt creëren.

e soprattutto per avere un futuro di pienezza.

Terug naar de stad van de toekomst.

Ma torniamo alle città del futuro.

Als we steden van de toekomst ontwerpen...

Nel progettare le città del futuro,

Er zit geen toekomst in dit werk.

- Non c'è futuro nel suo lavoro.
- Non c'è futuro nel suo impiego.

Je moet je voorbereiden op de toekomst.

- Dovresti prepararti per il futuro.
- Dovreste prepararvi per il futuro.
- Dovrebbe prepararsi per il futuro.

Latijn is de taal van de toekomst!

Il latino è la lingua del futuro!

Literatuur is de toekomst van een natie.

La letteratura è il futuro di una nazione.

De verbeeldingskracht is bevriend met de toekomst.

L'immaginazione è amica del futuro.

Soms lezen we om de toekomst te begrijpen.

A volte leggiamo per capire il futuro.

Over de kunstmatige intelligentie technologie van de toekomst.

su ciò che sarà la tecnologia dell'IA del futuro.

Daar zie je al wat de toekomst belooft.

E potete già vedere un futuro brillante davanti a noi.

Dienen deze instrumenten om naar de toekomst kijken.

questi strumenti servono per guardare attraverso il tempo al futuro.

...kunnen we niet voorspellen wat hun toekomst brengt.

è impossibile dire cosa riserva per loro il futuro.

De toekomst van de man, is de vrouw.

- Il futuro dell'uomo, è la donna.
- Il futuro dell'uomo è la donna.

Wat zou je in de toekomst willen doen?

- Cosa vorresti fare in futuro?
- Tu cosa vorresti fare in futuro?
- Cosa vorreste fare in futuro?
- Voi cosa vorreste fare in futuro?
- Cosa vorrebbe fare in futuro?
- Lei cosa vorrebbe fare in futuro?

Met verwaarlozing van wat goed is voor de toekomst.

ignorando ciò che serve per le invenzioni future.

Maar de toekomst van haar jongen... ...is minder zeker.

Ma il futuro dei suoi piccoli... è molto incerto.

Die met een cape haar superheld-toekomst tegemoet vloog.

che indossasse un mantello e volasse nel suo futuro da supereroe.

Deze problemen zullen in de nabije toekomst worden opgelost.

- Questi problemi verranno risolti nel futuro prossimo.
- Questi problemi saranno risolti nel futuro prossimo.
- Questi problemi saranno risolti in un futuro prossimo.

Ik denk dat je over de toekomst moet nadenken.

Credo che tu dovresti pensare al futuro.

Die het kan hebben op de toekomst van onze wereld.

che può avere sulla direzione in cui andrà il mondo.

Dus worden de sociale media van de toekomst misschien beter.

Quini può essere che i social media nel futuro siano migliori.

We meten niet wat echt belangrijk is voor de toekomst.

Non stiamo misurando ciò che è importante per il futuro.

Tom zei tegen Maria dat hij de toekomst kon voorspellen.

- Tom ha detto a Mary che avrebbe potuto predire il futuro.
- Tom disse a Mary che avrebbe potuto predire il futuro.

De toekomst bouwt verder op wat we op dit moment maken.

Il futuro prosegue da ciò che costruiamo e creiamo adesso.

Het ziekenhuisbed van de toekomst zal in ons eigen huis staan.

Gli ospedali saranno le nostre case.

Ik ben bezorgder om jou dan om de toekomst van Japan.

Mi preoccupo più di te che del futuro del Giappone.

We kunnen niet weten wat er in de toekomst gebeuren zal.

Non si sa che cosa succederà in futuro.

Maar we hebben ook behoefte aan een visie op een betere toekomst --

Ma ci serve una visione di un futuro migliore,

Maar om eens na te denken over de toekomst van ons voedsel.

ma anche di riflettere su quale potrebbe essere il futuro del nostro cibo.

Ik stak veel tijd in de beeldvorming van de stad van de toekomst.

ho passato molto tempo a pensare le città del futuro.

Ik ben een moeder, dus geef ik om de toekomst van mijn kind.

Sono una mamma, quindi mi interessa il futuro di mio figlio.

De toekomst behoort aan hen die geloven in de schoonheid van hun dromen.

Il futuro appartiene a coloro che credono nella bellezza dei loro sogni.

Men zal al het mogelijke doen om dergelijke gebeurtenissen in de toekomst te vermijden.

Si farà tutto il possibile per evitare simili eventi in futuro.

- Het verleden kan men slechts kennen, niet veranderen. De toekomst kan men slechts veranderen, niet kennen.
- Het verleden kan men kennen, maar niet veranderen. De toekomst kan men veranderen, maar niet kennen.

Il passato può solo essere conosciuto, non cambiato. Il futuro può essere solo cambiato, non conosciuto.

Het verleden kan men kennen, maar niet veranderen. De toekomst kan men veranderen, maar niet kennen.

Il passato può solo essere conosciuto, non cambiato. Il futuro può essere solo cambiato, non conosciuto.

Plezier bevindt zich altijd in het verleden of in de toekomst maar nooit in het heden.

Il piacere è sempre o passato o futuro, non mai presente.