Translation of "Vlieg" in German

Deze vlieg boft.

Die Fliege hat Glück.

Vlieg je vaak?

- Fliegst du oft?
- Fliegen Sie oft?
- Fliegt ihr oft?

- Vlieg je vaak?
- Vlieg je regelmatig?
- Vliegt u regelmatig?

- Fliegst du oft?
- Fliegen Sie oft?
- Fliegt ihr oft?

Hoeveel eieren legt een vlieg?

Wie viele Eier legt eine Fliege?

Ik vlieg morgen naar Hanoi.

Ich fliege morgen nach Hanoi.

- Melanie heeft per ongeluk een vlieg gedood.
- Melanie heeft zonder opzet een vlieg gedood.

- Melanie hat aus Versehen eine Fliege getötet.
- Melanie hat versehentlich eine Fliege getötet.

Ik vlieg over de Zwitserse Alpen.

Ich fliege über die Schweizer Alpen.

De vlieg ontvangt een nectar-geschenk.

Die Fliege bekommt ein wenig Nektar.

De vlieg zit op de appel.

Die Fliege sitzt auf dem Apfel.

- Ik heb een vlieg gezien op het plafond.
- Ik zag een vlieg op het plafond.

- Ich sah eine Fliege an der Decke.
- Ich habe eine Fliege an der Decke gesehen.

Ik vlieg over de spectaculaire Zwitserse Alpen.

Ich fliege gerade über die spektakulären Schweizer Alpen!

Ik zag een vlieg op het plafond.

- Ich sah eine Fliege an der Decke.
- Ich habe eine Fliege an der Decke gesehen.

De volgende week vlieg ik naar Chicago.

Nächste Woche fliege ich nach Chicago.

Dit is de eerste keer dat ik vlieg.

Dies ist das erste Mal, dass ich fliege.

Ik heb een vlieg gezien op het plafond.

Ich sah eine Fliege an der Decke.

Er is een grote vlieg in de kamer.

Im Zimmer ist eine große Fliege.

Gebruik nooit een kanon om een vlieg te doden.

- Man soll nicht mit Kanonen auf Spatzen schießen.
- Benutze nie eine Kanone, um eine Fliege zu töten.

"Leid me niet in bekoring!" zei de kikker tot de vlieg.

„Führe mich nicht in Versuchung“, sagte der Frosch zur Fliege.

Wie vliegt met de meeste ervaring, een vlieg of een piloot?

Wer kann besser fliegen, eine Fliege oder ein Pilot?

„Juffrouw, wat doet die vlieg in mijn soep?” – „Het lijkt wel op rugslag, mijnheer!”

„Kellnerin, was macht diese Fliege in meiner Suppe?“ - „Sieht nach Rückenschwimmen aus, mein Herr!“

Serveerster, wat doet deze vlieg in mijn soep? - Het ziet eruit als de rugslag, meneer!

„Kellnerin, was macht diese Fliege in meiner Suppe?“ - „Sieht nach Rückenschwimmen aus, mein Herr!“