Translation of "Hoeveel" in German

Hoeveel?

Wie viel?

- Hoeveel zijn er gestorven?
- Hoeveel doden?

- Wie viele Tote?
- Wie viele sind gestorben?

- Hoeveel is dit?
- Hoeveel kost dit?

Was kostet das?

- Hoeveel kost het?
- Hoeveel is dit?

- Wie viel kostet es?
- Wie viel kostet das?
- Was kostet das?

- Hoeveel kost het?
- Hoeveel kost dat?

- Wie viel kostet es?
- Was kostet das?

Hoeveel appels?

Wie viele Äpfel?

Hoeveel mensen?

Wie viele Leute?

Hoeveel overnachtingen?

Für wie viele Nächte?

- Hoeveel zussen hebt gij?
- Hoeveel zussen hebben jullie?
- Hoeveel zussen heb je?
- Hoeveel zussen heb jij?

- Wie viele Schwestern hast du?
- Wie viele Schwestern habt ihr?
- Wie viele Schwestern haben Sie?

- Hoeveel talen spreekt u?
- Hoeveel talen spreken jullie?
- Hoeveel talen spreek jij?
- Hoeveel talen spreek je?

- Wie viele Sprachen sprichst du?
- Wie viele Sprachen sprecht ihr?
- Wie viele Sprachen sprechen Sie?

- Hoeveel talen spreekt u?
- Hoeveel talen spreken jullie?
- Hoeveel talen spreek jij?
- Hoeveel talen spreek je?
- Hoeveel talen kan je spreken?

- Wie viele Sprachen sprichst du?
- Wie viele Sprachen sprecht ihr?
- Wie viele Sprachen sprechen Sie?

Hoeveel zussen heb je, en hoeveel broers?

Wie viele Schwestern hast du und wie viele Brüder?

- Hoeveel kost dat?
- Hoeveel kost dit ding?

- Wie viel kostet das?
- Was kostet das?
- Wie teuer ist dies?

- Hoeveel weeg je?
- Hoeveel kilo weeg je?

Wieviel Kilo wiegst du?

- Hoeveel geld wil je?
- Hoeveel geld wilt u?
- Hoeveel geld willen jullie?

- Wie viel Geld möchtest du?
- Wie viel Geld möchten Sie?
- Wie viel Geld möchtet ihr?

- Hoeveel pennen heeft u?
- Hoeveel pennen heb jij?
- Hoeveel pennen heb je?

Wie viele Stifte hast du?

- Hoeveel appels wil je?
- Hoeveel appels wilt u?
- Hoeveel appels willen jullie?

Wie viele Äpfel willst du?

- Hoeveel apps gebruik je?
- Hoeveel apps gebruiken jullie?
- Hoeveel apps gebruikt u?

- Wie viele Apps nutzt du?
- Wie viele Apps nutzt ihr?
- Wie viele Apps nutzen Sie?

- Hoeveel kleinkinderen heb je?
- Hoeveel kleinkinderen heeft u?
- Hoeveel kleinkinderen hebben jullie?

- Wie viele Enkelkinder hast du?
- Wie viele Enkelkinder habt ihr?
- Wie viele Enkelkinder haben Sie?

- Hoeveel heb je gedronken?
- Hoeveel heeft u gedronken?
- Hoeveel hebben jullie gedronken?

Wie viel hast du getrunken?

- Hoeveel talen spreek jij?
- Hoeveel talen spreek je?
- Hoeveel talen kan je spreken?

Wie viele Sprachen sprichst du?

- Hoeveel kerstkaarten heb je verzonden?
- Hoeveel kerstkaarten heb je verstuurd?
- Hoeveel kerstkaartjes heb je verzonden?
- Hoeveel kerstkaartjes heb je verstuurd?
- Hoeveel kerstkaartjes heeft u verzonden?
- Hoeveel kerstkaartjes heeft u verstuurd?
- Hoeveel kerstkaarten heeft u verzonden?
- Hoeveel kerstkaarten heeft u verstuurd?
- Hoeveel kerstkaarten hebben jullie verzonden?
- Hoeveel kerstkaarten hebben jullie verstuurd?
- Hoeveel kerstkaartjes hebben jullie verzonden?
- Hoeveel kerstkaartjes hebben jullie verstuurd?

Wie viele Weihnachtskarten hast du verschickt?

- Hoeveel pennen heeft u?
- Hoeveel pennen hebben jullie?

- Wie viele Stifte habt ihr?
- Wie viele Stifte haben Sie?

- Hoeveel boeken heeft hij?
- Hoeveel boeken bezit hij?

- Wie viele Bücher hat er?
- Wie viele Bücher besitzt er?

- Hoeveel cd's hebt ge?
- Hoeveel cd's heb je?

Wie viele CD's hast du?

- Hoeveel kost dit uurwerk?
- Hoeveel kost dit horloge?

- Wie viel kostet diese Uhr?
- Was kostet diese Uhr?

- Hoeveel geld hebt ge?
- Hoeveel geld heb je?

- Wie viel Geld haben Sie?
- Wie viel Geld hast du?

- Hoeveel pennen heb jij?
- Hoeveel pennen heb je?

Wie viele Stifte habt ihr?

- Hoeveel zussen heb je?
- Hoeveel zussen heb jij?

Wie viele Schwestern hast du?

- Hoeveel talen spreekt u?
- Hoeveel talen spreken jullie?

- Wie viele Sprachen sprecht ihr?
- Wie viele Sprachen sprechen Sie?

Hoeveel broers heb je? Hoeveel zussen heb je?

Wie viele Brüder hast du? Wie viele Schwestern hast du?

- Hoeveel hoeden hebt u?
- Hoeveel hoeden heb jij?

Wie viel Hüte hast du?

- Hoeveel kinderen hebt gij?
- Hoeveel kinderen heb je?

Wie viele Kinder hast du?

- Hoeveel kost deze sofa?
- Hoeveel kost deze bank?

- Wie viel kostet dieses Sofa?
- Was kostet dieses Sofa?

- Hoeveel zussen hebt gij?
- Hoeveel zussen hebben jullie?

Wie viele Schwestern habt ihr?

- Hoeveel kost het bier?
- Hoeveel kost dat bier?

Wie viel kostet das Bier?

- Hoeveel boeken bezit je?
- Hoeveel boeken hebben jullie?

- Wie viele Bücher hast du?
- Wie viele Bücher haben Sie?
- Wie viele Bücher habt ihr?

Hoeveel kost het?

- Wie viel kostet das?
- Wie teuer ist dies?

Hoeveel kost dit?

- Wie viel kostet das?
- Was kostet das?

Hoeveel verdien je?

- Wie viel verdienst du?
- Wie viel verdienen Sie?

Hoeveel wil je?

Wie viel möchtest du haben?

Hoeveel kosten ze?

Wie viel kosten die?

Hoeveel kost dat?

- Wie viel kostet das?
- Was kostet das?

Hoeveel weegt dat?

Wie viel wiegt das?

Hoeveel waren er?

Wie viele waren da?

Hoeveel betalen jullie?

Wie viel bezahlt ihr?

Hoeveel haltes nog?

- Wie viele Haltestellen noch?
- Wie viel Haltestellen noch?

- Hoeveel moet ik u?
- Hoeveel ben ik u verschuldigd?

- Wie viel schulde ich Ihnen?
- Wie viel schulde ich dir?
- Wie viel bin ich dir schuldig?
- Wie viel schulde ich euch?
- Wie viel bin ich euch schuldig?
- Wie viel bin ich Ihnen schuldig?

- Hoeveel Kerstmannen zijn er eigenlijk?
- Hoeveel kerstmannen zijn er?

Wie viele Weihnachtsmänner gibt es?

- Hoeveel heeft het brood gekost?
- Hoeveel kostte het brood?

Wie viel hat das Brot gekostet?

- Hoeveel van jullie zijn er?
- Met hoeveel zijn jullie?

Wie viel seid ihr?

- Hoeveel gaat dit grapje kosten?
- Hoeveel gaat me dat kosten?
- Hoeveel gaat dat me kosten?

Was kostet der Spaß?

- Hoeveel hamburgers heb je gegeten?
- Hoeveel hamburgers heeft u gegeten?
- Hoeveel hamburgers hebben jullie gegeten?

- Wie viele Hamburger haben Sie gegessen?
- Wie viel Hamburger haben Sie gegessen?

- Weet u hoeveel het kost?
- Weet jij hoeveel het kost?
- Weten jullie hoeveel het kost?

- Weißt du, was es kostet?
- Weißt du, was er kostet?
- Weißt du, was sie kostet?

- Hoeveel suiker heb je gekocht?
- Hoeveel suiker hebben jullie gekocht?
- Hoeveel suiker hebt u gekocht?

- Wie viel Zucker hast du gekauft?
- Wie viel Zucker habt ihr gekauft?
- Wie viel Zucker haben Sie gekauft?

- Hoeveel dichte vrienden hebt ge?
- Hoeveel intieme vrienden heb je?

- Wie viele enge Freunde hast du?
- Wie viel enge Freunde hast du?
- Wie viele enge Freunde haben Sie?
- Wie viele enge Freunde habt ihr?

- Hoeveel symfonieën heeft Beethoven gecomponeerd?
- Hoeveel symfonieën heeft Beethoven geschreven?

Wie viele Sinfonien hat Beethoven geschrieben?

- Hoeveel hebt ge ervoor betaald?
- Hoeveel heb je daarvoor betaald?

Wie viel hast du dafür bezahlt?

Hoeveel boeken bezit je?

- Wie viele Bücher besitzt du?
- Wie viele Bücher hast du?

"Hoeveel sleutels?" vroeg Pepperberg.

"Wie viele Schlüssel?" fragte Pepperberg.

Hoeveel kost deze pen?

- Wie teuer ist dieser Füller?
- Wie viel kostet dieser Stift?
- Was kostet dieser Kugelschreiber?

Hoeveel kost deze jurk?

Wie viel kostet dieses Kleid?

Hoeveel boeken hebben jullie?

- Wie viele Bücher besitzt du?
- Wie viele Bücher hast du?
- Wie viele Bücher haben Sie?
- Wie viele Bücher habt ihr?
- Wie viele Bücher besitzen Sie?

Hoeveel tassen heb je?

- Wie viele Taschen haben Sie?
- Wie viele Taschen habt ihr?