Translation of "Tevreden" in German

0.012 sec.

Examples of using "Tevreden" in a sentence and their german translations:

- Je lijkt tevreden.
- U lijkt tevreden.
- Jullie lijken tevreden.

Du siehst zufrieden aus.

Wees tevreden!

Seid zufrieden!

Ze waren tevreden.

Sie waren zufrieden.

Zijn ze tevreden?

Sind sie zufrieden gestellt?

Ben je tevreden?

Bist du zufrieden?

Ik ben tevreden.

Ich bin zufrieden.

Niemand was tevreden.

Niemand war zufrieden.

Hij glimlachte tevreden.

Er lächelte zufrieden.

Iedereen was tevreden.

- Alle waren zufrieden.
- Jeder war zufrieden.

We zijn tevreden.

Wir sind zufrieden.

Ik was echt tevreden.

Ich war wirklich erfreut.

Hij is nooit tevreden.

Er ist nie zufrieden.

Ben je nu tevreden?

Bist du jetzt zufrieden?

Ik ben zeer tevreden.

Ich bin hochzufrieden.

Je bent nooit tevreden.

- Du bist nie zufrieden.
- Ihr seid nie zufrieden.
- Sie sind nie zufrieden.

Waren ze niet tevreden?

Waren sie nicht zufrieden?

Hij was totaal niet tevreden.

- Er war ganz und gar nicht zufrieden.
- Er war alles andere als zufrieden.

Hij is met alles tevreden.

Er ist mit allem zufrieden.

De admiraal is nooit tevreden.

Der Admiral ist nie zufrieden.

Hij is niet gauw tevreden.

Er ist nicht leicht zufrieden.

- Ben je tevreden met je huidige salaris?
- Bent u tevreden met uw huidige salaris?
- Zijn jullie tevreden met jullie huidige salaris?

Bist du mit deinem gegenwärtigen Gehalt zufrieden?

Ben ik tevreden met iets langzamers.

schätze ich etwas Langsameres.

George is arm maar altijd tevreden.

Georg ist arm aber immer zufrieden.

Ze zijn tevreden met het contract.

Sie sind zufrieden mit dem Vertrag.

Hij was tevreden met het speeltje.

Er war über das Spielzeug erfreut.

Ze zei: "Ik ben heel tevreden."

Sie sagte: "Ich bin sehr zufrieden".

Ze waren tevreden met het resultaat.

Sie waren mit dem Ergebnis zufrieden.

Gelukkig is hij die tevreden is.

Glücklich ist der, der zufrieden ist.

Ik ben tevreden over zijn vooruitgang.

Ich bin zufrieden mit seinem Fortschritt.

Ik ben tevreden met mijn werk.

Ich bin mit meiner Arbeit zufrieden.

Ben je tevreden met jouw lichaam?

Bist du mit deinem Körper zufrieden?

Ik ben heel tevreden over je.

Ich bin ganz zufrieden mit dir.

- Ik heb genoeg.
- Ik ben tevreden.

Ich bin zufrieden.

Ik ben tevreden met mijn aankoop.

Ich bin mit meinem Kauf sehr zufrieden.

Bent u tevreden over het hotel?

Sind Sie mit dem Hotel zufrieden?

Ben je tevreden met het resultaat?

Bist du mit dem Ergebnis zufrieden?

Hij was tevreden met het resultaat.

Er war mit dem Ergebnis zufrieden.

Ik ben bijzonder tevreden met Paul hier.

Paul finde ich hier besonders gut getroffen.

Ben je tevreden met je nieuwe werk?

- Gefällt Ihnen Ihre neue Arbeit?
- Gefällt euch eure neue Arbeit?
- Gefällt dir deine neue Arbeit?
- Bist du mit deiner neuen Arbeit zufrieden?

Hij was tevreden met zijn nieuwe auto.

- Er war glücklich mit seinem neuen Auto.
- Er war mit seinem neuen Wagen zufrieden.

Ze waren het eens en waren tevreden.

Sie stimmten zu und waren zufrieden.

Mijn vader was tevreden met het resultaat.

Mein Vater war mit dem Ergebnis zufrieden.

Ben je tevreden met je huidige salaris?

Bist du mit deinem gegenwärtigen Gehalt zufrieden?

Tom is gemakkelijk tevreden te stellen, nietwaar?

Tom ist leicht zufrieden zu stellen, nicht wahr?

- Het zag er niet naar uit dat ze er tevreden mee was.
- Ze zag er niet tevreden uit.

Sie sah nicht erfreut aus.

- Ik ben tevreden met de uitkomst van mijn wiskundetoets.
- Ik ben tevreden met het resultaat van mijn wiskundetoets.

Ich bin mit dem Ergebnis meines Mathetests zufrieden.

- Ik ben niet tevreden met wat je gedaan hebt.
- Ik ben niet tevreden met wat ge gedaan hebt.

Ich bin nicht zufrieden mit dem, was Sie gemacht haben.

Hij is heel tevreden met zijn nieuwe fiets.

Er ist sehr zufrieden mit dem neuen Fahrrad.

Wat die zaak betreft, ben ik helemaal tevreden.

Was diese Sache angeht, bin ich voll zufrieden.

Ze scheen tevreden te zijn met het examenresultaat.

Sie schien befriedigt zu sein mit den Examensergebnissen.

Tom is niet tevreden met zijn huidige salaris.

Tom ist mit seinem augenblicklichen Verdienst nicht zufrieden.

Ik ben helemaal niet tevreden met het resultaat.

Ich bin mit dem Ergebnis absolut nicht zufrieden.

Ik ben niet tevreden met wat je gedaan hebt.

Das macht mich nicht zufrieden, was du getan hast.

Zijt ge tevreden met uw plaats in het bedrijf?

Sind Sie mit Ihrer Position im Unternehmen zufrieden?

Ik ben niet tevreden met wat ge gedaan hebt.

Ich bin nicht zufrieden mit dem, was Sie gemacht haben.

Gelukkig is hij die tevreden is met zijn lot.

Glücklich ist der Mensch, der mit seinem Schicksal zufrieden ist.

Daar komt geen beweging in. Ik ben er tevreden mee.

Und es wird sich nicht bewegen! Ja, damit bin ich zufrieden.

- Tom is helemaal niet blij.
- Tom is verre van tevreden.

Tom ist überhaupt nicht glücklich.

- Blije werkers zijn betere werkers.
- Tevreden werkers zijn betere werkers.

Zufriedene Arbeiter sind bessere Arbeiter.

Je bent niet tevreden met de manier waarop de dingen verlopen.

Man ist nicht glücklich darüber, wie die Dinge laufen.

Ik heb de meest eenvoudige smaak. Ik ben altijd tevreden met het beste.

Ich habe einen sehr einfachen Geschmack. Mir genügt immer das Beste.

Ik ben al tevreden als hij maar een klein beetje wijzer is geworden.

Ich bin schon zufrieden, wenn er nur ein kleines bisschen weiser geworden ist.

Ze wilden sterven omdat ze er niet in geslaagd waren om hun ouders tevreden te stellen.

Sie wollten sterben, weil sie ihre Eltern nicht zufrieden machen konnten.

Totdat jullie vrede sluiten met wie jullie zijn, zullen jullie niet tevreden zijn met wat jullie hebben.

Bevor ihr nicht Frieden schließt mit dem, was ihr seid, werdet ihr nie zufrieden sein mit dem, was ihr habt.