Translation of "Reizen" in German

Ik wil reizen.

Ich möchte reisen.

Reizen is leuk.

Reisen macht Spaß.

Ik hou van reizen.

Ich reise gerne.

Reizen is heel leuk.

Reisen macht großen Spaß.

We reizen naar Barcelona.

Wir sind auf der Reise nach Barcelona.

Tom houdt van reizen.

- Tom reist gerne.
- Tom ist gerne auf Reisen.

Veel mensen reizen graag.

- Viele Leute mögen es, zu reisen.
- Viele Leute reisen gerne.

Sommige reizen zijn onvergetelijk.

Einige Reisen sind unvergesslich.

Laten we samen reizen.

Reisen wir zusammen.

- Hij houdt echt veel van reizen.
- Hij is dol op reizen.

Er geht gern auf Reisen.

- Hou je van reizen?
- Reis je graag?
- Houdt u van reizen?

Verreist du gern?

Ik wil met je reizen.

Ich will mit dir reisen.

Ik wil naar Australië reizen.

Ich möchte nach Australien fahren.

...zoals in daluren te reizen .

z.B. zu versuchen, nicht zu Stoßzeiten zu fahren

Hij is dol op reizen.

- Er reist liebend gern.
- Er verreist liebend gern.

Tom houdt niet van reizen.

Tom verreist nicht gern.

Ik wil rond de wereld reizen.

Ich möchte um die Welt reisen.

Reizen is vandaag de dag gemakkelijk.

Reisen ist heutzutage leicht.

Ik zou graag alleen willen reizen.

Ich würde gerne alleine reisen.

Wij reizen met een klein budget.

Wir verreisen mit kleinem Budget.

Ik wil naar de maan reizen.

- Ich möchte zum Mond reisen.
- Ich will zum Mond reisen.

Hij houdt echt veel van reizen.

Er mag das Reisen wirklich gerne.

Hij is gewend om te reizen.

- Er ist es gewohnt zu reisen.
- Er pflegt zu reisen.

Ik moet naar het buitenland reizen.

Ich möchte ins Ausland gehen.

Je mag reizen waarheen je wilt.

Du darfst gehn, wohin du willst.

- Hij houdt er echt van om veel te reizen.
- Hij houdt echt veel van reizen.

- Er mag das Reisen wirklich gerne.
- Er verreist wirklich gerne.

- Je bent te jong om alleen te reizen.
- Jullie zijn te jong om alleen te reizen.
- U bent te jong om alleen te reizen.

- Du bist zu jung, um alleine zu reisen.
- Ihr seid zu jung, um alleine zu reisen.

- Je bent te jong om alleen te reizen.
- Jullie zijn te jong om alleen te reizen.

Du bist zu jung, um alleine zu reisen.

- Hou je van reizen?
- Reis je graag?

Reist du gern?

- Tom houdt van reizen.
- Tom reist graag.

- Tom verreist gerne.
- Tom reist gerne.
- Tom ist gerne auf Reisen.

We gaan volgende maand naar Estland reizen.

Wir werden nächsten Monat nach Estland reisen.

- Ik hou van reizen.
- Ik reis graag.

- Ich reise gerne.
- Ich liebe es zu reisen.
- Ich verreise gerne.

Morgen reizen Tom en ik naar Boston.

Morgen fahren Tom und ich nach Boston.

Jaarlijks reizen er veel mensen naar Italië.

Viele besuchen jedes Jahr Italien.

Ik zal de volgende week naar China reizen.

Ich werde nächste Woche nach China reisen.

Mijn droom is, ooit naar Japan te reizen.

Mein Traum ist es, eines Tages nach Japan zu fahren.

Je bent te jong om alleen te reizen.

Du bist zu jung, um alleine zu reisen.

De reizen naar de eilanden zijn niet goedkoop.

Die Ausflüge zu den Inseln sind nicht billig.

Mijn beste dagen had ik tijdens het reizen.

Meine besten Tage habe ich auf Reisen verbracht.

Hij houdt van reizen. Ik houd er ook van.

Er reist gerne, ich auch.

Zijn er nog kortingen van toepassing voor meerdere reizen?

Gibt es ermäßigte Tarife für mehrere Fahrten?

Mijn broer is oud genoeg om alleen te reizen.

Mein Bruder ist groß genug, um allein zu reisen.

En verminder zo veel mogelijk reizen tussen verschillende steden.

Und schrenken Sie Ihre Reisetätigkeiten strengstens ein

Vroeger waren de mensen gewend te voet te reizen.

Die Leute waren es früher gewohnt, zu Fuß zu reisen.

"Gullivers reizen" werd door een beroemde Engelse auteur geschreven.

Gullivers Reisen wurde von einem berühmten englischen Schriftsteller geschrieben.

Mijn droom is om in een spaceshuttle te reizen.

Mein Traum ist, in einer Raumfähre zu reisen.

- Tijdreizen is onmogelijk.
- Reizen door de tijd is onmogelijk.

Zeitreisen sind unmöglich.

U bent te jong om helemaal alleen te reizen.

Du bist zu jung, um allein zu verreisen.

Door de ruimte reizen is niet langer een droom.

Durch den Weltraum zu reisen ist nicht länger nur ein Traum.

Mijn ouders raadden me af om alleen te reizen.

Meine Eltern haben mir ausgeredet, alleine zu verreisen.

Elk jaar reizen ze duizenden kilometers om hier te komen.

Jedes Jahr schwimmen sie Tausende Kilometer, um herzugelangen.

Ik had de mogelijkheid om naar het buitenland te reizen.

Ich hatte die Möglichkeit ins Ausland zu reisen.

Ik vind het leuk om met de trein te reizen.

- Ich fahre gerne Zug.
- Ich reise gerne mit dem Zug.

Mijn plan voor de zomer is naar Europa te reizen.

- Ich plane, im Sommer nach Europa zu reisen.
- Ich habe vor, im Sommer nach Europa zu gehen.
- Mein Plan für den Sommer besteht darin, nach Europa zu reisen.

Uiteindelijk heeft hij zijn plan om naar Thailand te reizen doorgezet.

Er hat endlich seinen Plan umgesetzt, nach Thailand zu gehen.

Met haar wil ik naar het einde van de wereld reizen.

Mit ihr möchte ich gehen bis ans Ende der Welt.

Het zal niet lang meer duren voordat we naar Mars kunnen reizen.

- Es dauert nicht mehr lange, bis wir zum Mars fliegen können.
- Nicht mehr lang, und wir können zum Mars fliegen.

Om naar het buitenland te reizen heeft men meestal een internationaal paspoort nodig.

- Wenn man ins Ausland reisen will, benötigt man für gewöhnlich einen Reisepass.
- Bei Auslandsreisen benötigt man für gewöhnlich einen Reisepass.
- Um ins Ausland zu reisen, benötigt man gewöhnlich einen Reisepass.

Met het vliegtuig reizen is vandaag niet meer een privilege van rijke mensen.

Mit dem Flugzeug zu reisen, ist heute nicht mehr ein Privileg reicher Menschen.

Ik maak verre reizen, zie vreemde landen, doe dingen die ik nooit eerder deed.

Ich mache weite Reisen, besuche ferne Länder, mache Dinge, die ich noch nie gemacht habe.

Hij wil met mij per trein naar Milaan reizen om een vriendin te bezoeken.

Er will mit mir mit dem Zug nach Mailand fahren, um eine Freundin zu besuchen.

De wereld is een boek, zij die niet reizen lezen enkel de eerste bladzijde.

Die Welt ist ein Buch, und die, die nicht reisen, lesen nur eine Seite.