Translation of "Leuk" in German

Wat leuk!

Was für ein Spaß!

Leuk, hè?

Hübsch, was?

Hoe leuk!

Wie toll!

Wat leuk.

Wie nett.

- Vind je volleyballen leuk?
- Vindt u volleyballen leuk?
- Vinden jullie volleyballen leuk?

- Spielst du gerne Volleyball?
- Spielt ihr gerne Volleyball?
- Spielen Sie gerne Volleyball?

- Vind je Engels leuk?
- Vindt u Engels leuk?
- Vinden jullie Engels leuk?

- Magst du Englisch?
- Gefällt dir Englisch?
- Gefällt dir die englische Sprache?

- Iedereen vindt je leuk.
- Iedereen vindt u leuk.
- Iedereen vindt jullie leuk.

- Alle mögen dich.
- Alle mögen Sie.
- Alle mögen euch.

- Tom vindt jou leuk.
- Tom vindt u leuk.
- Tom vindt jullie leuk.

Tom mag dich.

- Leuk je te zien!
- Leuk om je te zien!
- Leuk u te zien!
- Leuk om u te zien!
- Leuk jullie te zien!
- Leuk om jullie te zien!

Angenehm.

- Dat vind ik leuk.
- Ik vind dat leuk.

- Das gefällt mir.
- Ich mag das.

- Vonden jullie het leuk?
- Vond je het leuk?

Hat es dir gemundet?

- Vindt u Moskou leuk?
- Vind je Moskou leuk?

- Mögt ihr Moskau?
- Gefällt es dir in Moskau?

- Vind je tennis leuk?
- Vindt u tennis leuk?

- Magst du gerne Tennis?
- Mögen Sie Tennis?

- Vind je het leuk?
- Vinden jullie het leuk?

Magst du es?

- Vindt u Engels leuk?
- Vinden jullie Engels leuk?

Gefällt dir Englisch?

Het is leuk.

Es ist schön.

Reizen is leuk.

Reisen macht Spaß.

Feestjes zijn leuk.

Feiern machen Spaß.

Vissen is leuk.

- Angeln macht Spaß.
- Fischen macht Spaß.

Dat is leuk.

Das macht Spaß.

Dat was leuk.

Das war ein Spaß.

Kaartspelletjes zijn leuk.

Kartenspiele machen Spaß.

Oh, wat leuk!

Oh, wie schön!

Tom is leuk.

Tom ist lustig.

Wetenschap is leuk.

Wissenschaft macht Spaß.

Was het leuk?

Hat es Spaß gemacht?

Wiskunde is leuk.

Mathe macht Spaß.

Is ze leuk?

Ist sie nett?

Vervoegen is leuk.

Die Konjugation ist lustig.

Bakken is leuk.

Backen macht Spaß.

Vertalen is leuk.

Übersetzen macht Spaß.

Tennissen is leuk.

Tennisspielen macht Spaß.

- Vindt u deze handtas leuk?
- Vind je deze handtas leuk?

- Gefällt dir diese Handtasche?
- Gefällt euch diese Handtasche?
- Gefällt Ihnen diese Handtasche?

Engels spreken is leuk.

- Englischsprechen macht Spaß.
- Es macht Spaß, Englisch zu sprechen.

Tv-kijken is leuk.

Fernsehen macht Spass.

Hij vindt voetballen leuk.

Er spielt gerne Fußball.

Hij vindt voetbal leuk.

Er mag Fußball.

Dat is niet leuk.

Es ist nicht zum Lachen.

Basketbal spelen is leuk.

Basketballspielen macht Spaß.

Thuisblijven is niet leuk.

Zuhause bleiben ist kein Spass.

Ik vind schildpadden leuk.

Ich mag Schildkröten.

Tom vindt reggae leuk.

Tom mag Reggae.

Ze vond het leuk.

Das hat ihr gefallen.

Maria vindt je leuk.

- Maria mag dich.
- Maria mag dich leiden.

Ik vind het leuk.

- Das gefällt mir.
- Es ist mir recht.

Ik vind wiskunde leuk.

- Ich mag Mathe.
- Ich liebe Mathe.
- Ich mag Mathematik.

Het was leuk gisteravond.

Es war nett gestern Abend.

Dat zou leuk zijn.

- Das würde Spaß machen.
- Das wäre lustig.
- Das wäre spaßig.
- Das wäre amüsant.

Vind je China leuk?

Magst du China?

Vind je insecten leuk?

Magst du Insekten?

Ik vind Esperanto leuk.

- Ich mag Esperanto.
- Esperanto gefällt mir.

Reizen is heel leuk.

Reisen macht großen Spaß.

Het was heel leuk.

Es war sehr nett.

Vind je het leuk?

Gefallen sie dir?

Vind je Engels leuk?

- Magst du Englisch?
- Gefällt dir Englisch?
- Gefällt dir die englische Sprache?

Vindt u tennis leuk?

- Magst du gerne Tennis?
- Mögen Sie Tennis?

Ik vind sporten leuk.

Ich treibe gern Sport.

Vind je rap leuk?

Magst du Rap?

Het leven is leuk.

Das Leben macht Spaß.

Hij vindt vissen leuk.

Er angelt gern.

Het is leuk geweest.

Es hat Spaß gemacht.

Tom vond Australië leuk.

- Tom mochte Australien.
- Australien hat Tom gefallen.

Tom vond Maria leuk.

Tom mochte Maria.

Ik vind China leuk.

Ich mag China.

Tom vindt jou leuk.

Tom mag dich.

Vind je Boston leuk?

- Gefällt es dir in Boston?
- Gefällt es Ihnen in Boston?

Tom vindt dat leuk.

Tom mag das.

Vind je dat leuk?

Gefällt dir das?

Paaseieren schilderen is leuk.

Ostereier bemalen macht Spaß.

Vond je Boston leuk?

- Hat dir Boston gefallen?
- Hat Ihnen Boston gefallen?
- Hat euch Boston gefallen?
- Hat es dir in Boston gefallen?
- Hat es euch in Boston gefallen?
- Hat es Ihnen in Boston gefallen?

Dit gaat leuk worden.

- Das wird komisch sein.
- Das wird lustig sein.

Ik vond Tom leuk.

Ich mochte Tom.

Tom vindt Maria leuk.

Tom mag Maria.