Translation of "Onschuldig" in German

- Ze is onschuldig.
- Zij is onschuldig.

Sie ist unschuldig.

Ik ben onschuldig.

- Ich bin unschuldig.
- Ich bin nicht schuldig.

Hij is onschuldig.

Er ist unschuldig.

Tom is onschuldig.

Tom ist unschuldig.

Tom was onschuldig.

Tom war unschuldig.

Je bent onschuldig.

- Du bist unschuldig.
- Sie sind unschuldig.
- Ihr seid unschuldig.

Ze was waarschijnlijk onschuldig.

Sie war wahrscheinlich unschuldig

- Ik denk dat hij onschuldig is.
- Volgens mij is hij onschuldig.

Ich halte ihn für unschuldig.

- Volgens mij is zij onschuldig.
- Ik denk dat zij onschuldig is.

- Ich glaube, dass sie unschuldig ist.
- Ich halte sie für unschuldig.

Volgens mij is hij onschuldig.

Ich halte ihn für unschuldig.

Ik was jong en onschuldig.

Ich war jung und unschuldig.

Ze was jong en onschuldig.

Sie war jung und unschuldig.

Overdag zien ze er onschuldig uit.

Tagsüber wirken sie harmlos.

Ik geloof dat Tom onschuldig is.

- Ich glaube, Tom ist unschuldig.
- Ich glaube, dass Tom unschuldig ist.

Denkt u dat Mary onschuldig is?

- Denkst du, Mary ist unschuldig?
- Denken Sie, dass Mary unschuldig ist?

Ze denkt dat hij onschuldig is.

Sie glaubt, dass er unschuldig ist.

Denk je dat Mary onschuldig is?

Denkst du, Mary ist unschuldig?

Ik durf zeggen dat hij onschuldig is.

Ich möchte behaupten, dass er unschuldig ist.

Uit DNA-tests bleek dat hij onschuldig was.

DNS-Tests bewiesen, dass er unschuldig war.

Een DNA-test bewees dat hij onschuldig was.

Ein DNA-Test bewies seine Unschuld.

Ik ben ervan overtuigd dat hij onschuldig is.

Ich bin davon überzeugt, dass er unschuldig ist.

Als dat waar is, dan is Tom onschuldig.

Wenn das wahr ist, dann ist Tom unschuldig.

Het wordt algemeen aangenomen dat hij onschuldig was.

Die allgemeine Meinung ist, dass er unschuldig war.

Hij is niet zo onschuldig als hij eruitziet.

Er ist nicht so unschuldig, wie er scheint.

Ze houdt vol dat haar zoon onschuldig is.

Sie besteht darauf, dass ihr Sohn unschuldig ist.

Als hij onschuldig is, dan is zijn vrouw schuldig.

Wenn er unschuldig ist, dann ist seine Frau schuldig.

Een DNA-test toonde aan dat hij onschuldig was.

Eine DNS-Untersuchung zeigte, dass er unschuldig war.

Dat is een onwrikbaar bewijs dat Maria onschuldig is.

Das ist ein unumstößlicher Beweis, dass Maria unschuldig ist.

Ik ben er vrij zeker van dat Tom onschuldig is.

Ich bin mir ziemlich sicher, dass Tom unschuldig ist.

- Misschien vindt u uw opmerking onschuldig, maar ik vond het erg beledigend.
- Misschien vind je je opmerking onschuldig, maar ik vond het erg beledigend.

Vielleicht hältst du deinen Kommentar für harmlos, ich fand ihn aber sehr beleidigend.

- Ze hield vol dat ze onschuldig was.
- Ze hield haar onschuld staande.

Sie beharrte auf ihrer Unschuld.

Hij zei onschuldig te zijn, maar men stak hem in de gevangenis.

Er sagte, er sei unschuldig, aber sie steckten ihn ins Gefängnis.

Het nieuwsbericht beeldde de verdachte als schuldig af, hoewel hij onschuldig bevonden was.

Der Zeitungsartikel beschrieb den Angeklagten wie einen Schuldigen, obwohl er erwiesenermaßen unschuldig war.

Hij zei dat hij onschuldig was, maar ze stopten hem in de gevangenis.

Er sagte, er sei unschuldig, aber sie steckten ihn ins Gefängnis.

Het werk van een advocaat is om te bewijzen dat zijn cliënt onschuldig is.

Die Aufgabe eines Verteidigers besteht darin zu beweisen, dass sein Mandant unschuldig ist.

- Op de vraag wie het raam had gebroken, zagen alle jongens er onschuldig uit.
- Toen hij vroeg wie het raam had gebroken, hulden de jongens zich onschuld.

Als er fragte, wer das Fenster zerbrochen habe, taten alle Jungen unschuldig.