Translation of "Neen" in German

Neen!

Nein!

Ja of neen?

Ja oder nein?

Neen, niet echt.

Nein, nicht wirklich.

Neen, ik ben Engels.

- Nein, ich bin Engländer.
- Nein, ich bin Engländerin.

Was dat een neen?

War das ein Nein?

- Neen, hij heeft maar een betekenis.
- Neen, het heeft maar een betekenis.
- Neen, ze heeft maar een betekenis.

- Nein, er hat nur eine Bedeutung.
- Nein, sie hat nur eine Bedeutung.
- Nein, es hat nur eine Bedeutung.

Neen, ik ben niet gegaan.

Nein, ich bin nicht gegangen.

Neen, ik heb niet geholpen.

Nein, ich habe nicht geholfen.

Neen, dat heb ik niet.

Nein, habe ich nicht.

Zeg gewoon ja of neen.

Sag nur ja oder nein.

Neen, ik heb nergens spijt van.

Nein, ich bereue nichts.

Neen, ik begrijp mevrouw Kunze niet.

Nein, ich verstehe Frau Kunze nicht.

Neen, ik ga nergens heen vannacht.

Nein, heute Nacht geh ich nirgendwo hin.

Neen, dat kan niet waar zijn.

Nein, das kann nicht wahr sein.

Neen, ik heb het nog niet geschreven

Nein, ich habe es noch nicht geschrieben.

Neen, ik zal nooit tegen haar liegen.

Nein, ich werde sie niemals belügen.

- Enkelen van hen zeiden ja, en de anderen neen.
- Enkelen van hen zeiden ja, anderen zeiden neen.

Einige von ihnen sagten ja, und die anderen sagten nein.

"Wilt u een boodschap achterlaten?" "Neen, dank u."

„Möchten Sie eine Nachricht hinterlassen?“ – „Nein, danke.“

Papa, krijgen schapen schaapjes? Neen, schapen krijgen lammetjes.

Vater, bekommen Schafe Schafe? Nein, Schafe bekommen Lämmer.

Neen, het loopt per dag tien minuten voor.

Nein, sie geht pro Tag zehn Minuten vor.

"Ga je morgen pianospelen?" "Neen, dat doe ik niet."

„Spielst du morgen Klavier?“ – „Nein.“

"Is hij psychiater? - "Neen, hij is een van de patiënten."

„Ist er ein Psychiater?“ — „Nein, er ist einer der Patienten.“

Neen, Maria is niet mijn stiefzuster, zij is mijn halfzuster.

Nein, Maria ist nicht meine Stiefschwester, sie ist meine Halbschwester.

„Geen goed nieuws in de krant van vandaag?” „Neen, niets bijzonders.”

„Keine guten Nachrichten in der heutigen Zeitung?“ – „Nein, nichts Besonderes.“

Maar neen, dit is geen pornografisch tijdschrift, het is een kunstboek!

Aber nein, das ist keine pornografische Zeitschrift, das ist ein Kunstbuch!

Neen, ik kan u niet binnenlaten. Er is één persoon te veel.

Nein, ich kann Sie nicht reinlassen, es ist eine Person zu viel.

Mijn ex om vergiffenis vragen? Neen, dat is echt een brug te ver.

Meine Ex um Vergebung bitten? Nein, das geht wirklich zu weit.

- Nee, dit is niet mijn nieuwe vriendje.
- Neen, dat is mijn nieuwe vriend niet.

Nein, er ist nicht mein neuer Freund.

Ik hou ervan wanneer je me op de lippen kust. Neen, op de wang.

Ich liebe es, wenn du mich auf die Lippen küsst. Nein, auf die Wange.

- Neen dank u, ik kijk maar wat.
- Nee, dank u. Ik kijk wat rond.

- Nein, danke. Ich schaue mich nur um.
- Nein danke, ich schaue nur.
- Nein, danke. Ich schaue mich etwas um.

Heb je ondertussen al je avondmaal verorberd? Als het antwoord "neen" is: Waarom niet? Als het antwoord "ja" is: Heeft het avondmaal je bevallen? Als het antwoord "neen" is: Waarom niet?

- Haben Sie inzwischen bereits zu Abend gegessen? Ist die Antwort "nein": Warum nicht? Ist die Antwort "ja": Waren sie mit dem Abendessen zufrieden? Ist die Antwort "nein": Warum nicht?
- Habt ihr inzwischen schon zu Abend gegessen? Ist die Antwort „nein“: Warum nicht? Ist die Antwort „ja“: Wart ihr mit dem Abendessen zufrieden? Ist die Antwort „nein“: Warum nicht?
- Hast du inzwischen bereits zu Abend gegessen? Ist die Antwort „nein“: Warum nicht? Ist die Antwort „ja“: Warst du mit dem Abendessen zufrieden? Ist die Antwort „nein“: Warum nicht?

"Liefste, kom naar bed." "Neen, nu nog niet. Ik moet nog enkele zinnen vertalen in Tatoeba."

"Liebling, komm ins Bett." "Nein, noch nicht. Ich muss noch ein paar Sätze bei Tatoeba übersetzen."

Herinnert gij u nog de voornaam van uw grootmoeder?- Neen, ik noemde haar altijd gewoon oma.

Erinnerst du dich noch an den Vornamen deiner Großmutter? - Nein, ich nannte sie nur immer Oma.

Neen, ik ken hem niet. Ik weet welteverstaan wie hij is maar ik ken hem niet persoonlijk.

Nein, ich kenne ihn nicht. Natürlich weiß ich, wer er ist, aber ich kenne ihn nicht persönlich.

- "Heb je broers of zussen?" "Nee, ik ben enig kind."
- "Heb je broers of zussen?" "Neen, ik ben enig kind."

„Hast du Geschwister?“ – „Nein, ich bin ein Einzelkind.“