Translation of "Laarzen" in French

Draagt Tom laarzen?

Est-ce que Tom porte des bottes ?

Tom draagt ​​laarzen.

Tom porte des bottes.

Waar zijn mijn laarzen?

Où sont mes bottes ?

Ze droeg hoge laarzen.

Elle portait des cuissardes.

Deze laarzen zijn duur.

Ces bottes sont chères.

Ik kocht een paar laarzen.

J'achetai une paire de bottes.

Hij schraapte de modder van zijn laarzen.

Il gratta la boue de ses bottes.

Waar kan ik een paar laarzen vinden?

Où puis-je trouver une paire de bottes ?

Ik draag altijd laarzen als het regent of sneeuwt.

Je porte toujours des bottes lorsqu'il pleut ou qu'il neige.

Raad eens wat ze gekregen hebben! Een bolhoed voor hem, en leren laarzen voor haar!

Devine ce qu'ils ont eu ! Un chapeau melon pour lui et des bottes de cuir pour elle !

Hij was gekleed in een eenvoudig reispak, gewapend met een sabel en gewikkeld in een brede groene jas; een zwarte veer, bevestigd aan zijn hoed door middel van een diamanten lus, viel terug op zijn edele gezicht en zwaaide op zijn hoge voorhoofd, beschaduwd door lange bruine haren; zijn met modder besmeurde laarzen en sporen kondigden aan dat hij een heel eind was gekomen.

Il était vêtu d’un simple habit de voyage, armé d’un sabre et enveloppé d’un large manteau vert ; une plume noire, attachée à son chapeau par une boucle de diamants, retombait sur sa noble figure et se balançait sur son front élevé, ombragé de longs cheveux châtains ; ses bottines et ses éperons, souillés de boue, annonçaient qu’il venait de loin.