Translation of "Herinneren" in French

0.037 sec.

Examples of using "Herinneren" in a sentence and their french translations:

Ik kan het niet herinneren.

- Je n'arrive pas à me souvenir.
- Je n'arrive pas à m'en rappeler.

Niemand wil mijn land herinneren.

Personne ne veut se souvenir de mon pays.

Tom zal zich niks herinneren.

Tom ne se souviendra de rien.

Tom zal je altijd herinneren.

Tom se souviendra toujours de toi.

Ze kon zich niets herinneren.

Elle ne se souvenait de rien.

Ze zullen het zich herinneren.

Ça leur reviendra.

- Ik kan me je telefoonnummer niet herinneren.
- Ik kan me uw telefoonnummer niet herinneren.
- Ik kan me jullie telefoonnummer niet herinneren.

- J'oublie ton numéro de téléphone.
- J'oublie votre numéro de téléphone.

- Ik kan me zijn naam niet herinneren.
- Ik kan me niet zijn naam herinneren.

- Je ne peux pas me rappeler son nom.
- Je ne me souviens pas de son nom.

- Hoe kun je het je niet herinneren?
- Hoe kan je het je niet herinneren?

- Comment pouvez-vous ne pas vous en souvenir ?
- Comment peux-tu ne pas t'en souvenir ?

Ik kan het me niet herinneren.

Je ne m'en souviens plus.

Kun je je zijn naam herinneren?

- Pouvez-vous vous rappeler son nom ?
- Peux-tu te rappeler son nom ?

Ik kan me niets anders herinneren.

Je ne me souviens de rien d'autre.

Ik begin het mij te herinneren.

Je commence à m'en souvenir.

Hoe makkelijker we ons iets kunnen herinneren,

Plus il nous est facile de nous rappeler quelque chose,

Hij kon zich mijn adres niet herinneren.

- Il ne pouvait se souvenir de mon adresse.
- Il n'arrivait pas à se souvenir de mon adresse.

Ik kan me zijn naam niet herinneren.

Je ne peux pas me rappeler son nom.

Wij bezitten het vermogen om te herinneren.

Nous possédons la capacité de nous souvenir.

Ik kan m'n schooltijd nog goed herinneren.

- Je me souviens bien du temps où j'étais écolier.
- Je me souviens bien du temps où j'étais écolière.

Ik kan me niets herinneren van gisteravond.

Je ne me souviens de rien de la nuit dernière.

Ik kan me je naam niet herinneren.

Je ne peux pas retenir ton nom.

Ik kan mij zijn naam niet herinneren.

Je ne me rappelle plus son nom.

Vergeet niet om me daaraan te herinneren.

N'oublie pas de me le rappeler.

Ik kan me haar naam niet herinneren.

- Je ne peux pas me rappeler son nom.
- Je n'arrive pas à me souvenir de son prénom.

Tom kan zijn wachtwoord niet meer herinneren.

Tom ne se souvient pas de son mot de passe.

Ik kan me mijn wachtwoord niet herinneren.

Je n'arrive pas à me rappeler de mon mot de passe.

Sami kan zich de tijdlijn niet herinneren.

Sami ne se souvient pas de la chronologie.

Om zich een bepaalde gebeurtenis te kunnen herinneren,

pour se souvenir de ce qu'il s'est passé lors d'un événement particulier,

Ik kan me de eerste keer nog herinneren.

Je me souviens de la première fois.

Ik kan me niet al hun namen herinneren.

Je ne peux pas me souvenir de tous leurs noms.

Ze herinneren zich niet dat gezegd te hebben.

- Ils ne se souviennent pas avoir dit ça.
- Elles ne se souviennent pas avoir dit ça.

- Ze zullen het zich herinneren.
- Ze zullen het onthouden.

- Ça leur reviendra.
- Ils s'en souviendront.
- Elles s'en souviendront.

- Tom zal het zich herinneren.
- Tom zal het onthouden.

Tom s'en souviendra.

Dat programma zal men zich nog lang blijven herinneren.

Ce programme restera mémorable pendant longtemps.

Ik kan me niet herinneren dat gedaan te hebben.

Je ne me souviens pas l'avoir fait.

Ik kan me nauwelijks herinneren hoe mijn grootvader eruitzag.

Je peux à peine me souvenir à quoi mon grand-père ressemblait.

Oudere mensen herinneren zich nog de moord op Kennedy.

Les plus âgés se rappellent encore l'assassinat de Kennedy.

Als ik het vergeet, gelieve me eraan te herinneren.

Si j'oublie, merci de me le rappeler.

- Ik herinner mij zijn naam niet meer.
- Ik kan me zijn naam niet herinneren.
- Ik kan me niet zijn naam herinneren.

Je ne me souviens pas de son nom.

Kan je het niet meer herinneren wat je hebt gezegd?

- Ne te souviens-tu pas de ce que tu as dit ?
- Ne te rappelles-tu pas ce que tu as dit ?
- Ne vous souvenez-vous pas de ce que vous avez dit ?
- Ne vous rappelez-vous pas ce que vous avez dit ?

- Tom zal je altijd herinneren.
- Tom zal jou nooit vergeten.

- Tom se souviendra toujours de toi.
- Tom se souviendra toujours de vous.

Ik kan me de melodie van dat lied niet herinneren.

Je n'arrive plus à me rappeler la mélodie de cette chanson.

- Weet ik niet meer.
- Dat kan ik me niet herinneren.

Je ne me souviens pas.

Ik kan me het zelfs niet meer herinneren, waarover we vochten.

Je ne me souviens même pas pourquoi on se disputait.

Ik kan me niet meer herinneren hoe ik deze machine moet gebruiken.

Je n'arrive pas à me rappeler comment utiliser cette machine.

Ik kan me niet herinneren hoe je "Bedankt" in het Duits zegt.

Je ne me rappelle plus comment dire "Merci" en allemand.

- Wat herinner je je?
- Wat herinnert u zich?
- Wat herinneren jullie je?

- Que vous rappelez-vous ?
- Que te rappelles-tu ?
- De quoi vous souvenez-vous ?
- De quoi te souviens-tu ?

Dat deuntje is me bekend maar ik kan me de tekst niet herinneren.

Je connais cet air mais je n'arrive pas à me rappeler des paroles.

Ik kan me niet herinneren wanneer ik hem voor het laatst zag glimlachen.

Je ne parviens pas à me rappeler quand était la dernière fois que je l'ai vu sourire.

Ik wil je eraan herinneren dat je om half drie een afspraak hebt.

Je tiens à vous rappeler que avez rendez-vous à 2:30 heures.

Ik kan me me jou nog herinneren van toen je een klein jongetje was.

- Je me souviens de quand tu n'étais qu'un petit garçon.
- Je me rappelle quand tu n'étais qu'un petit garçon.

- Ik kan me de eerste keer nog herinneren.
- Ik herinner me de eerste keer.

Je me souviens de la première fois.

Ik kan me niet herinneren dat we voor het laatst een witte kerst hadden.

Je ne me souviens pas de la dernière fois où nous avons eu un Noël blanc.

Het probleem is, dat ik mij niet kan herinneren waar ik de auto heb geparkeerd.

Le problème est que je ne peux pas me souvenir où j'ai garé la voiture.

Zijn naam lag op het puntje van mijn tong, maar ik kon het me niet herinneren.

J'avais son nom au bout de la langue mais je ne pouvais m'en souvenir.

- Ik kan mij niet herinneren, hoe daar te komen.
- Ik weet niet meer hoe ik daar moet komen.

- Je n'arrive pas à me rappeler comment s'y rendre.
- Je n'arrive pas à me rappeler comment y aller.

- Haar naam komt nu even niet in me op.
- Ik kan me haar naam op dit moment even niet herinneren.

- Je ne peux me souvenir de son nom pour le moment.
- Je ne peux me rappeler son nom pour l'instant.

- Ik hoef maar een keer langs een pad te gaan om me daaraan te herinneren.
- Als ik een keer langs een weg ga, onthou ik het.

Je passe une seule fois par un chemin, je m'en souviens.

- Ik weet niet meer waar ik het gekocht heb.
- Ik kan mij niet herinneren waar ik het gekocht heb.
- Ik weet niet meer waar ik het heb gekocht.
- Ik kan het me niet herinerren waar ik het heb gekocht.

- Je ne me rappelle plus où je l'ai acheté.
- Je ne me rappelle plus où je l'ai achetée.