Translation of "Wandelt" in English

Tom wandelt snel.

Tom walks quickly.

Mijn vader wandelt in het park.

- My father takes a walk in the park.
- My father is taking a walk in the park.

- Je loopt snel.
- Je wandelt snel.

You walk quickly!

Hij wandelt graag in het park.

He likes walking in the park.

- Wandelt u?
- Gaat u op trektocht?

Do you hike?

Hij wandelt elke morgen in het park.

He walks in the park every morning.

Ik kan je niet volgen als je zo snel wandelt.

I can't keep up with you if you walk so fast.

Ze wandelt iedere dag van de week meer dan een uur.

She walks for more than an hour every day of the week.

Hij die veel leest en veel wandelt, ziet veel en weet veel.

He who reads often and walks often, sees much and knows much.

- Mijn vader wandelt iedere dag.
- Mijn vader maakt iedere dag een wandeling.

My father takes a walk every day.

Het maakt niet uit hoe snel je wandelt, je kan hem niet inhalen.

No matter how fast you may walk, you can't catch up with him.

- Hij wandelt graag in het park.
- Hij houdt van wandelen in het park.

He likes walking in the park.

- Niets lijkt me tederder dan een oud koppel dat hand in hand door de straat wandelt.
- Voor mij is er niets zo hartverwarmend als een oud echtpaar dat hand in hand over straat loopt.

Nothing seems so tender to me as an old couple walking down the street holding hands.