Translation of "Voorbereid" in English

- Wees voorbereid!
- Wees voorbereid.

Be prepared.

Wees voorbereid!

Be prepared.

Tom was voorbereid.

Tom was prepared.

Dus kom ik voorbereid.

So I come prepared.

Ik was daarop voorbereid.

I was prepared for that.

Hij is altijd voorbereid.

He is always prepared.

Tom is nooit voorbereid.

Tom is never prepared.

We zullen voorbereid zijn.

We'll be prepared.

- Ze zagen er voorbereid uit.
- Het leek alsof ze voorbereid waren.

They looked like they were prepared.

- Ik ben voorbereid op het ergste.
- Ik ben op het ergste voorbereid.

- I am prepared for the worst.
- I'm prepared for the worst.

Is voor morgen alles voorbereid?

Are the preparations for tomorrow complete?

Ik heb geen toespraak voorbereid.

I didn't prepare a speech.

We moeten altijd voorbereid zijn.

- We must always be ready.
- We have to always be ready.
- We need to always be ready.

We moeten erop voorbereid zijn.

We have to be prepared for that.

Heb ik me nodeloos voorbereid?

I needlessly prepared?

We moeten beter voorbereid zijn.

We need to be better prepared.

- We moeten op alles voorbereid zijn.
- We moeten voor elk geval voorbereid zijn.

We have to be ready for anything.

Ze kwam voorbereid naar de les,

She came to class with her readings done,

Heb je alles voor morgen voorbereid?

- Did you get everything ready for tomorrow?
- Have you gotten everything ready for tomorrow?
- Have you prepared everything for tomorrow?

Hij is voorbereid op een aardbeving.

He is ready for an earthquake.

Ik ben op het ergste voorbereid.

- I am prepared for the worst.
- I'm prepared for the worst.

- Ben je klaar?
- Zijn jullie voorbereid?

- Are you ready to go?
- Are you ready?

Ze zei dat zij voorbereid was.

She said that she's prepared.

- Ik hoop dat je daar op voorbereid bent.
- Ik hoop dat u daar op voorbereid bent.
- Ik hoop dat jullie daarop voorbereid zijn.

I hope you're prepared for that.

- We moeten altijd op het slechtste voorbereid zijn.
- We moeten altijd op het ergste voorbereid zijn.

We must always be prepared for the worst.

Onze steden en gemeenschappen zijn niet voorbereid.

Our cities and our communities are not prepared.

Je moet op het ergste voorbereid zijn.

You must prepare yourself for the worst.

Wat er ook gebeurt, ik ben voorbereid.

Come what may, I am prepared for it.

We moeten voorbereid zijn op plotselinge veranderingen.

We must be prepared for sudden changes.

Hij vertelde iedereen dat hij voorbereid was.

He told everyone he was prepared.

Vrees niet het onverwachte, maar wees erop voorbereid.

Do not fear the unexpected, but be prepared for it.

Tom gaf toe dat hij niet voorbereid was.

- Tom admitted that he wasn't prepared.
- Tom admitted he wasn't prepared.

Ik heb twee vertalingen van de tekst voorbereid.

I prepared two translations of the text.

Als ik terugkom, wil ik dat alles voorbereid is.

When I return I want everything to be prepared.

Ze had zich erop voorbereid om de wereld te verlaten.

She had prepared to leave the world.

Je bent niet voorbereid op wat je te wachten staat.

You're not prepared for what awaits you.

Mary zal voor het examen slagen, als ze zich goed voorbereid.

Mary will pass the exam, if she prepares well.

- Wat heb je voorbereid?
- Wat hebt u voorbereid?
- Wat hebben jullie voorbereid?
- Wat hebben jullie gekookt?
- Wat hebt u gekookt?
- Wat heb je gekookt?
- Wat heb je zitten koken?
- Wat hebt u zitten koken?
- Wat hebben jullie zitten koken?

What've you been cooking?

Ik heb geen presentatie voorbereid. Dus ik heb daar gewoon over opgeschept.

I didn't prepare a presentation. So I just blagged it.

En ik moet op alles voorbereid zijn. Geen gepruts. Het moet instinctief zijn.

And I've gotta be prepared for all eventualities. I can't be fiddling around. It's gotta be instinctive.

- Heb je alles voor morgen voorbereid?
- Heb je de voorbereidingen voor morgen getroffen?

Did you get everything ready for tomorrow?

- Ik ben altijd klaar om te sterven.
- Ik ben altijd op de dood voorbereid.

I'm always ready for death.