Translation of "Waren" in English

0.025 sec.

Examples of using "Waren" in a sentence and their english translations:

- Ze waren bezig.
- Ze waren druk.

They were busy.

- We waren verwittigd.
- We waren gewaarschuwd.

We've been warned.

- Mammoeten waren planteneters.
- Mammoeten waren herbivoren.

Mammoths were herbivores.

- We waren beste vrienden.
- We waren dikke vrienden.

We were best friends.

- We waren toen kinderen.
- Toen waren we kinderen.

We were children at that time.

- Er waren overal bloemen.
- Overal waren er bloemen.

There were flowers everywhere.

- Alle studenten waren daar.
- Alle studenten waren aanwezig.

All of the students were present.

- Zijn lippen waren zacht.
- Haar lippen waren zacht.

Her lips were soft.

- Iedereen was stil.
- Ze waren allemaal stil.
- Zij waren allemaal stil.
- Ze waren allen stil.
- Zij waren allen stil.

All were silent.

- Ze waren bang voor je.
- Zij waren bang voor je.
- Ze waren bang voor u.
- Zij waren bang voor u.
- Ze waren bang voor jullie.
- Zij waren bang voor jullie.

- They feared you.
- They were afraid of you.

Het waren techmiljardairs.

They were tech billionaires.

We waren verrast.

We were surprised.

Voorraden waren goedkoop.

Supplies were cheap.

We waren succesvol.

- We were successful!
- We were successful.

Ze waren tevreden.

They were satisfied.

We waren vrienden.

We were friends.

We waren bang.

We were scared.

Jullie waren jaloers.

You were jealous.

Hoeveel waren er?

How many were they?

Ze waren teleurgesteld.

They were disappointed.

Wij waren gelukkig.

We were happy.

Waar waren jullie?

Where've you guys been?

Ze waren rijk.

They were wealthy.

Wij waren samen.

We were together.

We waren succesvol!

We were successful!

We waren buiten.

We were outside.

We waren verliefd.

We were in love.

Ze waren moe.

They were tired.

We waren ongeduldig.

We were impatient.

Ze waren verrast.

They were surprised.

Jullie waren gelukkig.

You were happy.

Waren jullie moe?

Were you tired?

We waren alleen.

We were alone.

Wij waren vijanden.

We were enemies.

We waren omsingeld.

We were surrounded.

Ze waren dood.

They were dead.

Ze waren soldaten.

They were soldiers.

Zij waren samen.

They were together.

Er waren ooggetuigen.

There were witnesses.

Jullie waren nutteloos.

You were useless.

Wij waren landbouwers.

We were farmers.

Waar waren ze?

Where were they?

Waren jullie uitgenodigd?

Were you invited?

Jullie waren sterk.

You guys were tough.

Ze waren bezig.

They were busy.

Waren jullie bezig?

Were you busy?

Zij waren ondernemers.

They were entrepreneurs.

We waren dom.

We were stupid.

Ze waren vreemd.

They were strange.

Jullie waren behulpzaam.

You were helpful.

Waren jullie ziek?

Were you sick?

We waren koningen.

We were kings.

Jullie waren bezig.

You were busy.

- Zij waren schoolkinderen in die tijd.
- Toen waren ze schoolkinderen.
- Ze waren toen schoolkinderen.

They were schoolchildren then.

Wat Tom en Maria aan het eten waren, waren geen appels. Het waren peren.

What Tom and Mary were eating weren't apples. They were pears.

- Er waren daar acht kiezelstenen.
- Er waren daar acht kiezels.

There were eight pebbles there.

De leefomstandigheden waren bar.

The environment was extremely harsh,

We waren zeer enthousiast.

We were pretty excited.

Er waren 60 dictaturen,

60 autocracies,

Omdat we leiders waren...

[in Spanish] Because we were the leaders,

Door Napoleon waren opgesteld .

in 1804.

Er waren 1200 dragers…

There were 1,200 porters...

De resultaten waren negatief.

The results were negative.

Er waren twee onthoudingen.

There were two abstentions.

Mijn schoolcijfers waren gemiddeld.

My school grades were average.

Alle kabinetsleden waren aanwezig.

Every member of the cabinet was present.