Translation of "Uitrusten" in English

- Je kunt uitrusten.
- Je kan uitrusten.

You can rest.

Wij kunnen uitrusten.

We can rest.

Laten we hier uitrusten.

- Let's rest here.
- Let's take a rest here.

Mag ik even uitrusten?

Can I rest a bit?

Laat ons even in de schaduw uitrusten.

Let's take a rest in the shade.

Zij kunnen uitrusten zolang als zij willen.

They can rest as long as they want to.

- Tom is aan het rusten.
- Tom is aan het uitrusten.

Tom's resting.

- Je bent ziek, je moet rusten.
- Je bent ziek, je moet uitrusten.

You're sick. You have to rest.

Op de dunste tak uitrusten biedt de beste kans om de nacht door te komen.

Roosting on the thinnest branch possible is the best chance of surviving the night.

- Je bent ziek, je moet rusten.
- U bent ziek. U moet rusten.
- Je bent ziek, je moet uitrusten.

You're sick. You have to rest.