Translation of "Rusten" in French

0.006 sec.

Examples of using "Rusten" in a sentence and their french translations:

Ik wil rusten.

Je veux me reposer.

Wil Tom rusten?

Tom veut-il se reposer ?

Hij moest rusten.

Il avait besoin de se reposer.

Ik moet rusten.

- Il me faut me reposer.
- Je dois me reposer.

Laten we rusten!

Reposons-nous !

Laten wij even rusten.

Reposons-nous un peu.

Ik wil niet rusten.

Je ne veux pas me reposer.

Ik moet even rusten.

Il me faut me reposer.

We zouden moeten rusten.

Nous devrions nous reposer.

Moge hij rusten in vrede!

Qu'il repose en paix !

Ge zoudt beter wat rusten.

Tu ferais mieux de te reposer un peu.

Ik zou hier willen rusten.

Je voudrais me reposer ici.

Ik heb hem aangeraden te rusten.

Je lui ai conseillé de se reposer.

Ik moet gewoon een beetje rusten.

Je dois juste me reposer un peu.

Ik ben even aan het rusten.

Je me repose.

De katten rusten in de zon.

Les chats se prélassent au soleil.

Het is tijd om uit te rusten.

C'est l'heure de se reposer.

Wij werken overdag en rusten 's nachts.

- Nous travaillons tout le jour et nous reposons la nuit.
- Nous travaillons tout le jour et nous nous reposons la nuit.

- Je bent ziek, je moet rusten.
- U bent ziek. U moet rusten.
- Je bent ziek, je moet uitrusten.

Tu es malade, tu dois te reposer.

Het is tijd om wat uit te rusten.

C'est l'heure de dormir.

Ik ben thuis gebleven om uit te rusten.

- Je restai à la maison pour me reposer.
- Je restai à la maison afin de me reposer.
- Je suis resté à la maison afin de me reposer.
- Je suis restée à la maison afin de me reposer.

- Rust u graag uit?
- Houdt u van rusten?

Aimez-vous vous reposer ?

- Je lijkt moe. Je moet een uurtje of twee rusten.
- U lijkt moe. U moet een uurtje of twee rusten.

Tu as l'air fatigué. Tu devrais te reposer une heure ou deux.

Ringelrobben gaan eropuit om te rusten in het ochtendgloren.

Les phoques annelés sortent profiter de la lumière du matin.

Nu dat je moe bent, kan je beter rusten.

Maintenant que tu es fatigué, tu ferais mieux de te reposer.

Ik zal zingen terwijl hij aan het rusten is.

- Je chanterai pendant qu'il se repose.
- Je vais chanter pendant qu'il se repose.

- Moge hij rusten in vrede!
- Hij ruste in vrede!

Qu'il repose en paix !

- U zou wat moeten rusten.
- Jullie zouden wat moeten rusten.
- U zou wat rust moeten nemen.
- Jullie zouden wat rust moeten nemen.

Vous devriez vous reposer.

Het lijkt niet de verstandigste keuze om uit te rusten.

Cela ne semble pas être l'endroit le plus sûr.

De ellebogen van een chirurg moeten rusten aan zijn zijden.

Les coudes d'un chirurgien devraient être souples et au niveau de la taille.

Omdat je er moe uitziet, kun je beter wat rusten.

Puisque tu as l'air fatigué, tu ferais mieux de prendre du repos.

Tom, die de hele dag gewerkt had, wilde gaan rusten.

Tom, qui avait travaillé toute la journée, voulait se reposer.

- Ik ben even aan het rusten.
- Ik rust gewoon even.

Je me repose.

- Je bent ziek, je moet rusten.
- Je bent ziek, je moet uitrusten.

Tu es malade, tu dois te reposer.

- Gaat u graag liggen?
- Rust u graag uit?
- Houdt u van rusten?

Aimez-vous vous reposer ?

's Middags legden zij zich neer in het bos om uit te rusten.

Chaque midi il s'allongeait dans le bois pour se reposer.

- Ik denk dat je beter een pauze neemt.
- Ik denk dat u beter een pauze neemt.
- Je kunt volgens mij maar beter even rusten.
- U kunt volgens mij maar beter even rusten.
- Ik denk dat jullie beter een pauze nemen.
- Jullie kunnen volgens mij maar beter even rusten.

Je pense que vous feriez bien de vous reposer.

...en moest ongeveer drie maanden rusten voordat ik hersteld was. Dus het was een lang pijnlijk proces.

et il m'a fallu environ trois mois pour me rétablir. Le rétablissement était long et douloureux.