Translation of "Tokyo" in English

0.008 sec.

Examples of using "Tokyo" in a sentence and their english translations:

- Hij verhuisde naar Tokyo.
- Hij is naar Tokyo verhuisd.

He moved to Tokyo.

Hij verhuisde naar Tokyo.

He moved to Tokyo.

Hij kwam gisteren uit Tokyo.

He came from Tokyo yesterday.

Tokyo is groter dan Yokohama.

- Tokyo is bigger than Yokohama.
- Tokyo is larger than Yokohama.

Ik ben vandaag in Tokyo.

I am in Tokyo today.

Hij belde me vanuit Tokyo.

He called me up from Tokyo.

Hij is naar Tokyo verhuisd.

He moved to Tokyo.

Ze belde me op vanuit Tokyo.

She called me up from Tokyo.

Om tien uur vertrekt hij naar Tokyo.

He leaves for Tokyo at ten.

Wat is het telefoonnummer van de Tokyo Dome?

What's the number for the Tokyo Dome?

Taro is gedurende drie dagen in Tokyo gebleven.

Taro stayed in Tokyo for three days.

Hij kwam naar Tokyo met een grote droom.

He came up to Tokyo with a big dream.

Ze is van Hokkaido maar woont nu in Tokyo.

She is from Hokkaido, but is now living in Tokyo.

Ze heeft twee zussen die allebei in Tokyo wonen.

She has two sisters, both of whom live in Tokyo.

Ik verbleef bij mijn oom toen ik in Tokyo was.

I stayed at my uncle's while I was in Tokyo.

Het klimaat in Londen is anders dan dat van Tokyo.

- London's climate differs from that of Tokyo.
- The climate in London is different to that of Tokyo.

Ik heb bij toeval een oude vriend in Tokyo ontmoet.

I met an old friend by chance in Kyoto.

We zullen om 12 uur op het station van Tokyo aankomen.

We will get to Tokyo Station at noon.

Het is moeilijk om een eigen huis in Tokyo te bezitten.

It is difficult to have one's own house in Tokyo.

We zullen waarschijnlijk om 12 uur op het station van Tokyo aankomen.

We will probably arrive at Tokyo station at noon.

Ik heb gehoord over uw draagbare kopieerapparaat op de Tokyo-Office '97 Expo.

I learned about your portable copier at the Tokyo-Office '97 Expo.