Translation of "Teruggekomen" in English

0.006 sec.

Examples of using "Teruggekomen" in a sentence and their english translations:

- Je bent teruggekomen.
- U bent teruggekomen.
- Jullie zijn teruggekomen.

You returned.

Je bent teruggekomen.

You returned.

Je bent teruggekomen?

You've come back?

Ik ben teruggekomen.

- I have returned.
- I came back.

Hij is net teruggekomen.

He has just come back.

Wanneer is hij teruggekomen?

When did he get back?

Waarom ben je teruggekomen?

Why did you come back?

We zijn net teruggekomen.

We just got back.

Is ze al teruggekomen?

Is she back yet?

- Wanneer bent u teruggekomen van Londen?
- Wanneer ben je uit Londen teruggekomen?

When did you return from London?

Hij is teruggekomen uit China.

- He had come back from China.
- He came back from China.
- He returned from China.

Bedankt dat je teruggekomen bent.

Thanks for coming back.

Tom is nog niet teruggekomen.

Tom has not come back yet.

Waarom is ze hier teruggekomen?

Why did she come back here?

Tom is teruggekomen voor Kerstmis.

Tom has come back home for Christmas.

Hij is onlangs teruggekomen uit Frankrijk.

He has recently returned from France.

Wanneer bent u teruggekomen van Londen?

When did you come back from London?

Tom is nog steeds niet teruggekomen.

Tom still hasn't come back.

Wanneer ben je uit Londen teruggekomen?

When did you get back from London?

In juni is hij teruggekomen uit Nederland.

He returned from Holland in June.

Tom is teruggekomen uit Australiƫ voor Kerstmis.

Tom has come back from Australia for Christmas.

Tom is teruggekomen naar Australiƫ voor Kerstmis.

Tom has come back to Australia for Christmas.

Tom is teruggekomen uit Boston voor Kerstmis.

Tom has come back from Boston for Christmas.

Tom is teruggekomen naar Boston voor Kerstmis.

Tom has come back to Boston for Christmas.

Tom is vorige week naar Boston teruggekomen.

Tom came back to Boston last week.

- Wanneer kwam Tom terug?
- Wanneer is Tom teruggekomen?

When did Tom get back?

- We zijn net teruggekomen.
- We zijn net terug.

We just got back.

- Wanneer ben je teruggekomen?
- Wanneer kwam je terug?

- When did you get back?
- When did you return?

- Is hij al terug?
- Is hij al teruggekomen?

Is he back yet?

- Tom is nog niet teruggekomen.
- Tom is nog niet terug.

- Tom isn't back yet.
- Tom hasn't returned yet.
- Tom still hasn't come back.

Tom was niet van plan te wachten tot Mary was teruggekomen.

Tom had no intention on waiting until Mary got back.

- Wanneer ben je uit Duitsland teruggekomen?
- Wanneer ben je uit Duitsland weergekeerd?

When did you come back from Germany?

Voor het eerst in tien jaar ben ik teruggekomen naar mijn thuisstad.

I went back to my hometown for the first time in ten years.

- Tom kwam net op tijd terug voor Kerstmis.
- Tom is net op tijd teruggekomen voor de kerst.

Tom came back just in time for Christmas.