Translation of "Omkleden" in English

0.008 sec.

Examples of using "Omkleden" in a sentence and their english translations:

Ik moet me omkleden.

- I have to change my clothes.
- I have to change.

- Kleed je om.
- Omkleden.

Get changed.

Ik ga me omkleden.

- I'll change.
- I'm going to change my clothes.
- I'll go change my clothes.

Je moet je omkleden.

You need to go change.

Ik moet me gaan omkleden.

I have to go change.

Tom wil zich niet omkleden.

Tom doesn't want to change.

Tom is zich aan het omkleden.

Tom is changing his clothes.

Ik zou me graag willen omkleden.

I want to change my clothes.

Zij moet zich omkleden voor het feest van vanavond.

She has to change clothes before tonight's party.

- Ik ga me omkleden.
- Ik zal iets anders aantrekken.

- I'll go change.
- I'll go get changed.
- I'll go change my clothes.

- Tom zal veranderen.
- Tom zal zich omkleden.
- Tom zal zich veranderen.

Tom'll change.