Translation of "Feest" in English

Hoe was het feest?

How did you enjoy the party?

Laat het feest beginnen.

- Let's start the party.
- Let's party!

Waar is het feest?

Where's the party?

Het feest is morgen.

The party is tomorrow.

Was het feest leuk?

Was the party fun?

Wat een plezant feest!

What a joyous celebration!

Het feest is woensdag.

The party's on Wednesday.

- Het feest was een groot succes.
- Het feest was een compleet succes.
- Het feest was een gigantisch succes.

- The party was a great success.
- The party was a big success.

- Het feest was een groot succes.
- Het feest was een gigantisch succes.

The party was a great success.

Het feest was allesbehalve aangenaam.

The party was anything but pleasant.

Ze hebben een feest morgen.

They are having a party tomorrow.

Ga je naar het feest?

Are you going to the party?

Het feest zal morgen plaatsvinden.

The party will be tomorrow.

Het feest was heel saai.

The party was very boring.

Wie gaat het feest geven?

- Who will host the party?
- Who will give the party?

- Wie heeft je uitgenodigd voor het feest?
- Wie heeft u uitgenodigd voor het feest?
- Wie heeft jullie uitgenodigd voor het feest?

Who invited you to the party?

Jim komt ook naar het feest.

Jim is coming to the party, too.

Het feest eindigde om tien uur.

The party ended at ten o'clock.

We hebben een feest volgende zaterdag.

We're having a party next Saturday.

Zal ik naar het feest gaan?

- Do I have to go to the party?
- Should I go to the party?

Ik ben uitgenodigd voor dit feest.

- I am invited to this party.
- I'm invited to this party.

Het feest was een gigantisch succes.

The party was a marked success.

Het leven is een groot feest.

Life is one big party.

We hebben genoten op het feest.

We enjoyed ourselves at the party.

Het feest was een complete ramp.

The party was a complete disaster.

Ga je vanavond naar het feest?

Are you going to the party tonight?

Ik ga niet naar het feest.

- I will not attend the party.
- I won't attend the party.

Tom wil op ons feest komen.

Tom wants to come to our party.

Tom komt ook naar het feest.

- Tom is coming to the party, too.
- Tom is also coming to the party.
- Tom is coming to the party as well.

Ik wilde het feest niet verpesten.

I didn't want to ruin the party.

Tom was aanwezig op het feest.

Tom was present at the party.

Het feest was een grote teleurstelling.

The party was a big disappointment.

- Ga je naar een feest?
- Ga je naar een feestje?
- Gaat u naar een feest?
- Gaan jullie naar een feest?
- Gaan jullie naar een feestje?

Are you going to a party?

- Er was maar zes man op het feest.
- Er waren maar zes mensen op het feest.

- Only six people were present at the party.
- There were only six people at the party.

Anne zal niet op ons feest komen.

Ann will not come to our party.

Ik heb hen uitgenodigd voor het feest.

I invited them to the party.

Ze gaven een groot feest voor mij.

They gave a big party for me.

Op het feest was iedereen goed gekleed.

At the party, everybody was well-dressed.

Dat was nogal eens een feest hé?

That was some party, eh?

Hebt ge genoten van het feest gisteren?

Did you enjoy the party yesterday?

We waren allemaal aanwezig op het feest.

We were all present at the party.

Het feest eindigde met een indrukwekkend vuurwerk.

The celebrations culminated in a spectacular fireworks display.

Niemand heeft bestek naar het feest meegenomen.

Nobody brought eating utensils to the party.

Tom vermaakte zich niet op het feest.

Tom didn't have a good time at the party.

Er waren veel mensen op het feest.

There were a lot of people at the party.

Het feest is nog maar net begonnen.

The party has just begun.

Vergeet het feest van volgende week niet.

Don't forget about the party next week.

Elke dag is een feest voor Fadil.

Every day is a party for Fadil.

Ik nodigde Tom uit voor ons feest.

I invited Tom to our party.

Tom wil niet op ons feest komen.

Tom doesn't want to come to our party.

Ik wilde niet naar het feest gaan.

I didn't want to go to the party.

Ik trok mijn lievelingsjurk aan naar het feest.

I put on my favorite dress for the party.

Er kwamen redelijk veel mensen naar het feest.

Quite a few people came to the party.

Meer dan 100 mensen waren op het feest.

Over 100 people were present at the party.

Hij moet een toespraak houden tijdens het feest.

He has to make a speech at the party.

Ik heb mijzelf vermaakt op het feest gisteren.

I enjoyed myself at the party yesterday.

Er waren maar zes mensen op het feest.

There were only six people at the party.

Het feest begon om vijf uur 's middags.

The feast began at five o'clock in the afternoon.

Wie wil je nog uitnodigen voor het feest?

Who else do you want to invite to the party?

Het feest van Trang was als een dodenwake.

Trang's party was like a wake.

We moeten een ruimte voor ons feest huren.

We need to rent a room for our party.

Er was maar zes man op het feest.

There were only six people at the party.

Ze kwam niet opdagen bij het feest gisteren.

- She didn't show up at the party yesterday.
- She did not show up at the party yesterday.

- We hebben een feest gehad om zijn 70e verjaardag te vieren.
- We hebben een feest gehad voor zijn 70e verjaardag.

We gave a party in celebration of his 70th birthday.

Er zijn maar tien mensen opgedaagd voor het feest.

Only ten people showed up for the party.

Zij moet zich omkleden voor het feest van vanavond.

She has to change clothes before tonight's party.