Examples of using "Naaide" in a sentence and their english translations:
Hij naaide.
He was sewing.
Tom naaide een knoop aan zijn jas vast.
Tom sewed a button on his coat.
- Tom heeft de knoop weer vastgenaaid. - Tom naaide de knoop weer vast.
Tom sewed the button back on.
- Ze naaide een knoop op haar jas vast. - Ze heeft een knoop op haar jas vastgenaaid.
She sewed a button on her coat.
- Tom naaide de knoop weer op zijn shirt vast. - Tom heeft de knoop weer op zijn shirt vastgenaaid. - Tom heeft de knoop weer aan zijn overhemd genaaid. - Tom naaide de knoop weer aan zijn overhemd.