Examples of using "Vastgenaaid" in a sentence and their english translations:
Heb je ooit een knoop vastgenaaid?
Have you ever sewed on a button?
- Tom heeft de knoop weer vastgenaaid. - Tom naaide de knoop weer vast.
Tom sewed the button back on.
- Ze naaide een knoop op haar jas vast. - Ze heeft een knoop op haar jas vastgenaaid.
She sewed a button on her coat.
- Tom naaide de knoop weer op zijn shirt vast. - Tom heeft de knoop weer op zijn shirt vastgenaaid. - Tom heeft de knoop weer aan zijn overhemd genaaid. - Tom naaide de knoop weer aan zijn overhemd.