Translation of "Minuten" in English

0.011 sec.

Examples of using "Minuten" in a sentence and their english translations:

- Wacht alstublieft vijf minuten.
- Wacht alsjeblieft vijf minuten.

- Please wait for five minutes.
- Please wait five minutes.

Inderdaad, 36 minuten.

That's right. It's 36 minutes.

Vijf minuten daarna

And five minutes after that,

Slechts vijftien minuten.

Only fifteen minutes.

Nog vijftien minuten.

Only fifteen minutes.

- Gelieve vijf minuten te wachten.
- Wacht alsjeblieft vijf minuten.

- Please wait for five minutes.
- Please wait five minutes.

- Geef ons drie minuten.
- Geeft u ons drie minuten.

Give us three minutes.

Twee minuten voor overleg.

(MS) Two minutes to debate.

We hebben drie minuten.

- We have three minutes.
- We've got three minutes.

We hebben 30 minuten.

We have 30 minutes.

Sami had zes minuten.

Sami had six minutes.

Geef ons drie minuten.

Give us three minutes.

- Laten wij tien minuten pauze nemen.
- Laten we tien minuten pauzeren.

- Let's take a 10-minute break.
- Let's take a ten-minute break.

- Kan je tien minuten wachten?
- Zou je tien minuten langer willen wachten?

Would you mind waiting another ten minutes?

- We bellen over dertig minuten weer.
- We bellen over dertig minuten terug

We'll call back in thirty minutes.

- Hij komt over tien minuten.
- Hij zal er over tien minuten zijn.

He'll be there in ten minutes.

Gelieve vijf minuten te wachten.

- Please wait for five minutes.
- Please wait five minutes.
- Wait five minutes, please.

Laten we tien minuten pauzeren.

Let's have a ten-minute break.

We hebben tien minuten gewacht.

We waited ten minutes.

Ik heb 30 minuten nodig.

I need 30 minutes.

We vertrekken over vijf minuten.

We're leaving in five minutes.

Hij komt over tien minuten.

He'll be along in ten minutes.

Kan je tien minuten wachten?

Can you wait ten minutes?

Een uur heeft zestig minuten.

An hour has sixty minutes.

Geeft u ons drie minuten.

Give us three minutes.

Sami's interview duurde vijftien minuten.

Sami's interview lasted fifteen minutes.

Zij dacht enkele minuten na.

She thought for a few minutes.

- Hij zal over tien minuten terug zijn.
- Hij is over tien minuten terug.

- He will be back in ten minutes.
- He'll be back in ten.

- Kan je me tien minuten helpen?
- Zou je me tien minuten kunnen helpen?

Could you help me for ten minutes?

- Kan ik je over twintig minuten terugbellen?
- Kan ik je binnen twintig minuten terugbellen?

Can I call you back within twenty minutes?

We praten 15 minuten met je

We'll talk to you for about 15 minutes

Ik ben over tien minuten terug.

I'll be back in ten minutes.

- Slechts een kwartier.
- Slechts vijftien minuten.

Only fifteen minutes.

De trein had tien minuten vertraging.

The train was ten minutes behind time.

Het is tien minuten voor elf.

- It is ten minutes before eleven.
- It is ten minutes to eleven.

Hij verscheen dertig minuten te laat.

He turned up 30 minutes late.

Ik kom over enkele minuten terug.

I'll be back in a few minutes.

Hij sprak tien minuten zonder onderbreking.

He spoke for ten minutes without a pause.

De trein gaat iedere dertig minuten.

The train runs every thirty minutes.

Mijn klok loopt vijf minuten voor.

- My clock is five minutes fast.
- My watch is five minutes fast.

Laat de thee tien minuten trekken.

- Let the tea draw for ten minutes.
- Let the tea brew for ten minutes.
- Let the tea sit for ten minutes.

De klok loopt tien minuten achter.

The clock is ten minutes slow.

Laten wij tien minuten pauze nemen.

- Let's take a 10-minute break.
- Let's take a ten-minute break.

Ik heb tien minuten lang gewacht.

I waited for ten minutes.

De wekker loopt tien minuten voor.

The alarm clock is ten minutes fast.

Ik heb een paar minuten nodig.

I need a few minutes.

Heb je even een paar minuten?

Can you spare a few minutes?

De trein vertrekt over vijf minuten.

The train leaves in 5 minutes.

Gelieve alstublieft dertig minuten te wachten.

- Please wait for thirty minutes.
- Please wait thirty minutes.

U bent tien minuten te laat.

You're ten minutes late.

Ik ben er over tien minuten.

- I'll join in ten minutes.
- I'll be there in ten minutes.

Ik kwam binnen 30 minuten aan.

I arrived within 30 minutes.

De trein vertrekt binnen vijf minuten.

- The train leaves in 5 minutes.
- The tram leaves in 5 minutes.

Hij vertrok ongeveer tien minuten geleden.

He left about 10 minutes ago.

De film begint over dertig minuten.

The movie starts in thirty minutes.

Tom arriveerde drie minuten te vroeg.

Tom arrived three minutes early.

De toekomst was vijf minuten geleden.

The future was five minutes ago.

Laten we nog vijf minuten wachten.

Let's wait for another 5 minutes.