Translation of "Marie" in English

1.860 sec.

Examples of using "Marie" in a sentence and their english translations:

Marie verfde.

Marie painted.

Marie is gegroeid.

Marie has grown.

- Marie schilderde.
- Maria schilderde.

Marie painted.

- Marie is mijn ideale vrouw.
- Marie is de vrouw van mijn dromen.

Mary is the woman of my dreams.

Tom en Marie hebben gelachen.

Tom and Mary laughed.

- Marie vroeg haar familie om een lening.
- Marie heeft haar familie om een lening gevraagd.
- Marie heeft een lening aangevraagd bij haar familie.
- Marie vroeg een lening aan bij haar familie.

Mary asked her family for a loan.

Zoals Marie Watts totempaal van dekens.

Like Marie Watt's totem pole of blankets.

Marie is een erg mooie vrouw.

Mary is extremely beautiful.

Marie had een tekort aan ideeën.

Marie was short of ideas.

Marie heeft een dozijn eieren nodig.

Mary needs a dozen eggs.

Tom wist dat Marie moe was.

Tom knew Mary was tired.

Marie heeft haar make-up bijgewerkt.

Mary touched up her makeup.

Tom gaf Marie een hartvormig koekje.

Tom gave Mary a heart-shaped cookie.

Marie bestelde een kop warme chocolademelk.

Mary ordered a cup of hot chocolate.

Het was Marie Curie die radium ontdekte.

It was Marie Curie who discovered radium.

Marie is de vrouw van mijn dromen.

Mary is the woman of my dreams.

Tom wees met zijn vinger naar Marie.

Tom pointed a finger at Mary.

Tom vroeg Marie om hem te helpen.

Tom asked Mary for some help.

Tom weet niet wanneer Marie zal komen.

Tom doesn't know when Mary will come.

Geïnspireerd door Marie Curie en mijn lokale wetenschapsmuseum

So, inspired by Marie Curie and my local science museum,

Tom heeft zijn auto door Marie laten wassen.

Tom made Mary wash his car.

Marie Curie was een Poolse en geen Franse.

Marie Curie was Polish, not French.

Marie las Toms brief en werd toen ongerust.

Mary became worried after she read Tom's letter.

Tom en Marie staan bekend om hun gastvrijheid.

Tom and Marie have a reputation for their hospitality.

Marie heeft een lening aangevraagd bij haar familie.

Mary asked her family for a loan.

- Tom wou dansen met Mary.
- Tom wou dansen met Marie.

Tom wanted to dance with Mary.

Tom meent gehoord te hebben dat Marie hulp nodig heeft.

Tom says he heard that Mary needed help.

Tom kon zien dat Marie van het concert niet had genoten.

Tom could tell that Mary didn't enjoy the concert.

Ik vraag me af waarom Tom beweerde Marie niet te kennen.

- I wonder why Tom said he doesn't know Mary.
- I wonder why Tom said that he doesn't know Mary.

Laat me met rust, Tom en Marie, ik wil televisie kijken.

Leave me alone, Tom and Mary. I want to watch TV.

Het geld wordt beheerd door Marie. Tom krijgt slechts wekelijks zakgeld.

The money is managed by Mary. Tom only receives weekly pocket money.

Marie is nog eens mislukt. Maar goed, ze is nog jong.

Mary has failed again, but the good thing is that she is still very young.

Marie en Tom vroegen zich af of het moord of zelfmoord was.

Marie and Tom wondered if it had been a murder or a suicide.

Ik ben vrij zeker dat zowel Tom als Marie dat al gedaan hebben.

- I'm fairly certain that both Tom and Mary have already done that.
- I'm fairly certain that Tom and Mary have both already done that.
- I'm fairly certain Tom and Mary have both already done that.
- I'm fairly certain both Tom and Mary have already done that.

- Tom en Mary zijn nog steeds jong.
- Tom en Marie zijn nog steeds jong.

Tom and Mary are still young.

- Tom weet niet of Mary dood of levend is.
- Tom weet niet of Marie dood of levend is.

Tom doesn't know if Mary is dead or alive.

- Tom en Mary zijn nog jong.
- Tom en Mary zijn nog steeds jong.
- Tom en Marie zijn nog steeds jong.

Tom and Mary are still young.

- Tom zei dat hij niet voor Marie borg kon staan.
- Tom zei dat hij zich niet voor Maria garant kon stellen.

Tom said that he couldn't vouch for Mary.

- Tom zei dat hij niet voor Marie borg kon staan.
- Tom zei dat hij zich niet voor Maria garant kon stellen.
- Tom zei dat hij zijn hand niet in het vuur wou steken voor Maria.

Tom said that he couldn't vouch for Mary.