Translation of "Hadden" in English

0.008 sec.

Examples of using "Hadden" in a sentence and their english translations:

- We hadden plezier.
- We hadden lol.

- We had fun.
- We had a good time.

- Ze hadden ze nodig.
- Ze hadden hen nodig.

They needed them.

- We hadden ze nodig.
- We hadden hen nodig.

We needed them.

hadden groot nieuws.

had a huge announcement.

We hadden gelijk.

We were right.

We hadden ruzie.

We had a fight.

Ze hadden honger.

They were hungry.

Ze hadden gelijk.

They were right.

Zij hadden ontbijt.

They had breakfast.

We hadden haast.

We were in a hurry.

Hadden ze het?

Did they have it?

Jullie hadden gelijk.

- You were right.
- You guys were right.

Ze hadden lunch.

They had lunch.

We hadden honger.

We were hungry.

Ze hadden niets.

They had nothing.

- Ze hadden niks te eten.
- Ze hadden geen eten.
- Ze hadden niets te eten.

- They had no food.
- They had nothing to eat.

- Ze hadden niks te eten.
- Ze hadden niets te eten.

They had nothing to eat.

Ze geen angststoornis hadden,

they didn't have anxiety,

Ze hadden beperkte mogelijkheden.

They had limited opportunities.

Sommige mensen hadden geluk.

Some people got lucky with it.

Ze hadden prachtige levens.

They had wonderful lives.

We hadden veel meubels.

We had a lot of furniture.

Ze hadden een kussengevecht.

They had a pillow fight.

We hadden het koud.

We were cold.

We hadden gedeeltelijk gelijk.

We were partly right.

Ze hadden geen eten.

They had no food.

We hadden onverwacht bezoek.

We had unexpected visitors.

Hadden we maar tijd.

I wish we had time.

Waarom hadden ze ruzie?

Why did they argue?

We hadden beiden honger.

We were both hungry.

Sommige kinderen hadden ballonnen.

Some kids had balloons.

Zij hadden hulp nodig.

They needed help.

We hadden net avondeten.

- We've just had dinner.
- We just ate dinner.

We hadden hulp nodig.

We needed help.

We hadden onze redenen.

We had our reasons.

De vogels hadden honger.

The birds were hungry.

Ze hadden geen idee.

They never knew.

We hadden houten boten.

We had wooden boats.

We hadden oesters eerder.

We had oysters earlier.

Ze hadden hem nodig.

They needed him.

Ze hadden haar nodig.

They needed her.

We hadden hem nodig.

We needed him.

We hadden haar nodig.

We needed her.

Ze hadden me nodig.

They needed me.

Hoeveel klokken hadden jullie?

How many clocks did you have?

Tom en Maria hadden hadden altijd ruzie toen ze jonger waren.

Tom and Mary were always fighting when they were younger.

Oudere spellen hadden geen downloadbare inhoud. Ze hadden enkel patches en uitbreidingspakketten.

Older games did not have downloadable content. They only had patches and expansion packs.

- Het zou leuk zijn als we tijd hadden.
- Hadden we maar tijd.

I wish we had time.

- Tom en Mary hadden geen keus.
- Tom en Mary hadden geen keuze.

Tom and Mary didn't have a choice.

En hadden allebei een baan.

and also had jobs to consider.

Vroeger hadden mensen geen airconditioning,

You know, back then, people didn't have air conditioners,

Gelukkig hadden we onze noodradio.

Luckily, we had our emergency radio.

Ze hadden een harde politie.

They had a hard police.

...toen we Pando hadden ingenomen.

when we had taken the city of Pando.

Toen hadden we documenten die...

At that time we had documents that...

Ze hadden er genoeg van.

They'd had enough.

Hadden we maar een tuin!

If only we had a garden!

We hadden vroeger moeten vertrekken.

- We should have set off earlier.
- We should have departed earlier.
- We should've departed earlier.
- We should've set off earlier.

Ze hadden een eigen cultuur.

They had a culture of their own.

We hadden een goed gesprek.

We had a good conversation.

Ze hadden elkaar ooit geholpen.

They had once helped each other.

Wij hadden een geheime ontmoeting.

We had a secret meeting.

We hadden een beetje water.

We had little water.

We hadden geen benzine meer.

- We ran out of petrol.
- We ran out of gas.

Gisteren hadden we een brandoefening.

We had a fire drill yesterday.

We hadden er plezier mee.

We had fun with it.

We hadden thuis moeten blijven.

We should've stayed at home.

We hadden spek en eieren.

We had bacon and eggs.

We hadden een vroege lunch.

We had lunch early.