Translation of "Grootmoeder" in English

Mijn grootmoeder is ziek.

My grandmother is sick.

Mijn grootmoeder was een pachter.

My grandmother was a farmer.

Mijn grootmoeder bezit veel sjaals.

My grandmother owns many scarves.

Mijn grootmoeder heeft veel zussen.

My grandmother has many sisters.

- Toms grootmoeder ziet er gezond uit.
- De grootmoeder van Tom lijkt gezond te zijn.

Tom's grandmother looks healthy.

Zijn grootmoeder ziet er gezond uit.

His grandmother looks healthy.

Mijn grootmoeder postte de brief vanmorgen.

My grandmother mailed the letter this morning.

Mijn grootmoeder houdt van tv kijken.

My grandmother loves watching TV.

Ik hou erg van mijn grootmoeder.

- I love my grandmother very much.
- I really love my grandmother.

Mijn grootmoeder sms't sneller dan jij.

- My grandmother texts faster than you.
- My grandma texts faster than you.

Mijn grootmoeder woont op het platteland.

My grandmother lives in the country.

Mijn grootmoeder ziet niet te goed.

My grandmother can't see very well.

Sami's grootmoeder was aan het slapen.

Sami's grandma was sleeping.

Ze werd opgevoed door haar grootmoeder.

She was brought up by her grandfather.

- Mijn grootmoeder maakte me een nieuwe jurk.
- Mijn grootmoeder heeft een nieuwe jurk voor mij gemaakt.

My grandmother made me a new dress.

Mijn grootmoeder maakte me een nieuwe jurk.

My grandmother made me a new dress.

Mijn grootmoeder klaagt altijd van de kou.

My grandmother is always complaining of the cold.

Ik bezoek mijn grootmoeder in het ziekenhuis.

- I'm visiting my grandmother in the hospital.
- I'm visiting my grandmother in hospital.

Mijn grootmoeder kan niet heel goed zien.

My grandmother can't see very well.

Jaume's grootmoeder sprak Catalaans beter dan Spaans.

Jaume's grandmother spoke Catalan better than Spanish.

Mijn grootmoeder denkt dat ik religieus ben.

My grandmother thinks that I am religious.

Maria's grootmoeder is al 80 jaar oud.

María's grandmother is already 80 years old.

Mijn grootmoeder is de oudste van deze stad.

My grandmother is the oldest in this town.

- Grootmoeder kijkt graag tv.
- Oma kijkt graag tv.

Grandma likes watching TV.

- Mijn grootmoeder is ziek.
- Mijn oma is ziek.

My grandmother is sick.

Ik bezoek mijn grootmoeder twee keer per week.

I visit my grandmother twice a week.

Ik ga naar het huis van mijn grootmoeder.

I'm going to my grandmother's.

- Mijn grootmoeder kan vliegen.
- Mijn oma kan vliegen.

My grandmother can fly.

Ze komt zeker goed overeen met mijn grootmoeder.

She'll certainly get along well with my grandmother.

- Waar woont jouw grootmoeder?
- Waar woont je oma?

Where does your grandmother live?

De moeder van een ouder is een grootmoeder.

The mother of a parent is a grandmother.

De grootmoeder van Tom lijkt gezond te zijn.

Tom's grandmother looks healthy.

Ik ben het gezicht van mijn grootmoeder al vergeten.

I've already forgotten my grandmother's face.

Alles was in wanorde in het appartement van de grootmoeder.

- Grandmother's apartment was in disarray.
- Grandma's apartment was in disarray.

- Mijn grootmoeder heeft grijs haar.
- Mijn oma heeft grijs haar.

My grandmother has gray hair.

- Ik ben nog geen grootmoeder.
- Ik ben nog geen oma.

I'm not a grandmother yet.

- Ik ben Maria, Toms oma.
- Ik ben Maria, Toms grootmoeder.

I'm Mary, Tom's grandmother.

- Mijn grootmoeder bezit veel sjaals.
- Mijn oma heeft een hoop sjaals.

My grandmother owns many scarves.

Er is al veel tijd voorbij sinds ik mijn grootmoeder bezocht heb.

It's been a long time since I visited my grandmother.

Zijn moeder stierf toen hij jong was, en zijn grootmoeder heeft hem opgevoed.

His mother died when he was young, and his grandmother brought him up.

- Zelfs mijn grootmoeder kan een sms versturen.
- Zelfs mijn oma kan een sms'je versturen.

- Even my grandma can send an SMS.
- Even my grandma can send a text.

- Ik ga naar het huis van mijn grootmoeder.
- Ik ga naar mijn oma’s huis.

I'm going to my grandmother's.

Ik vind wel dat Toms grootmoeder te oud is om een minirok te dragen.

- I think Tom's grandmother is too old to wear a miniskirt.
- I think that Tom's grandmother is too old to wear a miniskirt.

Herinnert gij u nog de voornaam van uw grootmoeder?- Neen, ik noemde haar altijd gewoon oma.

Do you remember the first name of your grandmother? - No, I just always called her granny.

- Mijn grootmoeder heeft deze trui voor me gebreid.
- Mijn oma heeft deze trui voor me gebreid.

- My grandmother knit me this sweater.
- My grandmother knit this sweater for me.

Mijn geduchte grootmoeder was zo'n pietje-precies als het om taal ging, dat telkens als ze iemand hoorde vragen: "Kan ik ...", ze onderbrak en antwoordde: "Ik weet het niet. Kan je? Als je jezelf niet kent, hoe zou ik dan weten waartoe je in staat bent? Als je om toestemming vraagt, zeg dan 'Mag ik ...'."

My formidable grandmother was such a stickler for language that whenever she heard someone ask "Can I…" she would interrupt and snap back at them, "I don't know, can you? If you don't know yourself how would I know what you're capable of? If you're asking permission say 'May I…' "