Translation of "Lijkt" in English

0.011 sec.

Examples of using "Lijkt" in a sentence and their english translations:

- Het lijkt redelijk.
- Het lijkt verstandig.

- That sounds sensible.
- That sounds reasonable.

- Het lijkt makkelijk.
- Het lijkt eenvoudig.

- It sounds easy.
- It sounds simple.

- Tom lijkt gestrest.
- Tom lijkt gespannen.

Tom seems stressed.

- Tom lijkt ongerust.
- Tom lijkt angstig.

Tom seems anxious.

- Tom lijkt nerveus.
- Tom lijkt zenuwachtig.

Tom seems nervous.

- Tom lijkt teleurgesteld.
- Tom lijkt ontgoocheld.

Tom seems to be depressed.

- Tom lijkt depressief.
- Tom lijkt gedeprimeerd.

- Tom seems to be depressed.
- Tom looks depressed.

- U lijkt verward.
- Hij lijkt verward.
- U lijkt in de war.
- Hij lijkt in de war.

He looks confused.

- De hoofdlobby lijkt leeg.
- De hoofdingang lijkt leeg.
- De grote hal lijkt leeg.

The main lobby appears empty.

- Hij lijkt verward.
- Hij lijkt in de war.

He looks confused.

- Lijkt dat u rechtvaardig?
- Lijkt dat je rechtvaardig?

Does that seem fair to you?

Lijkt dit vergezocht?

Seems far-fetched?

Dat lijkt absurd.

That seems absurd.

Hij lijkt ziek.

- It looks as if he were sick.
- He looks sick.
- He looks ill.

Tom lijkt gelukkig.

- Tom seems happy.
- Tom looks happy.
- Tom appears to be happy.

Hij lijkt aardig.

He seems kind.

Het lijkt waardeloos.

It seems worthless.

Hij lijkt gelukkig.

He seems happy.

Ze lijkt gelukkig.

She seems happy.

Tom lijkt oprecht.

Tom seems sincere.

Tom lijkt aardig.

Tom seems nice.

Dit lijkt riskant.

This seems risky.

Je lijkt gelukkig.

You seem happy.

Het lijkt eenvoudig.

It sounds simple.

Tom lijkt agressief.

Tom seems aggressive.

Tom lijkt intelligent.

Tom seems intelligent.

Hij lijkt zachtaardig.

He seems kind.

Ze lijkt eenzaam.

She looks lonesome.

Je lijkt verbaasd.

You sound surprised.

U lijkt tevreden.

You seem content.

Tom lijkt verlegen.

Tom seems shy.

Dat lijkt gul.

That seems generous.

Je lijkt terneergeslagen.

You're looking down.

Tom lijkt nieuwsgierig.

Tom looks inquisitive.

Je lijkt onzeker.

You look unsure.

Het lijkt makkelijk.

That looks easy.

Tom lijkt ellendig.

Tom seems miserable.

Tom lijkt rijk.

Tom seems rich.

Je lijkt afstandelijk.

You seem distant.

Dat lijkt erop.

It sounds familiar.

Je lijkt teleurgesteld.

You seem disappointed.

U lijkt teleurgesteld.

You seem disappointed.

- Je lijkt tevreden.
- U lijkt tevreden.
- Jullie lijken tevreden.

You seem content.

- Je lijkt afstandelijk.
- U lijkt afstandelijk.
- Jullie lijken afstandelijk.

You seem distant.

- U lijkt in de war.
- Zij lijkt in de war.

She looks confused.

- Dit lijkt effectief heel plezant.
- Dit lijkt effectief heel vermakelijk.

That actually sounds like a lot of fun.

- Je lijkt druk bezig.
- Je lijkt het druk te hebben.

- You look busy.
- You seem busy.

Hij lijkt op mij.

He looks like me."

Dat lijkt me berenpoep.

That, to me, looks like bear poo.

Ze lijkt mij wreed.

She appears to me to be cruel.

Dat lijkt me onmogelijk.

That really doesn't seem possible.

Dat bed lijkt stevig.

This bed looks solid.

Je lijkt wel gek.

- You must be crazy.
- You must be crazy!

Je lijkt van streek.

You look upset.

Deze brug lijkt stevig.

This bridge looks steady.

Hij lijkt mij eerlijk.

It seems to me that he is honest.

Dat lijkt me eerlijk.

It seems right to me.

Dat lijkt me interessant!

It seems interesting to me.

Dat lijkt erg slecht.

That sounds really bad.

Uranus lijkt op Neptunus.

Uranus is similar to Neptune.

Zijn verhaal lijkt vreemd.

- His story sounds strange.
- His story seems to be strange.

Ook Tom lijkt bezorgd.

Tom looks worried, too.

Dat lijkt me juist.

That seems right to me.

Deze brug lijkt veilig.

This bridge looks secure.

Tom lijkt erg blij.

Tom seems very happy.

Tom lijkt zeker gelukkig.

Tom certainly seems happy.

Lijkt dat je rechtvaardig?

Does that seem fair to you?

Lijkt dat u rechtvaardig?

Does that seem fair to you?

Tom lijkt te slapen.

Tom seems to be sleeping.

Dat lijkt mij vreemd.

That seems strange to me.

Haar zus lijkt jong.

Her sister looks young.

Zijn zus lijkt jong.

His sister looks young.

- Hij lijkt eerlijk te zijn.
- Het lijkt dat hij eerlijk is.

It appears that he is honest.