Translation of "Gezond" in English

- Tom is heel gezond.
- Tom is erg gezond.

Tom is very healthy.

Zwemmen is gezond.

Swimming is healthy.

Ik ben gezond.

I'm healthy.

Is ze gezond?

Is she healthy?

Ben je gezond?

Are you healthy?

Tom is gezond.

- Tom's healthy.
- Tom is healthy.

Tom was gezond.

Tom was healthy.

Fruit is gezond.

Fruit is healthy.

Is dat gezond?

Is that healthy?

Is melk gezond?

Is milk healthy?

Dit klinkt gezond.

This sounds healthy.

Is hij gezond?

Is he healthy?

Spelen is gezond.

- It's healthy to play.
- Playing is healthy.

Is Tom gezond?

Is Tom healthy?

Lachen is gezond!

Laughing is healthy!

- Het is gezond om te lachen!
- Lachen is gezond!

Laughing is healthy!

- Jij ziet er gezond uit.
- Je ziet er gezond uit.

You look healthy.

Ze is erg gezond.

She is very healthy.

Mijn vader is gezond.

- My father is in good health.
- My father is healthy.

Mijn ouders zijn gezond.

My parents are healthy.

Dit is niet gezond.

This isn't healthy.

Je bent helemaal gezond.

You're completely healthy.

Zijn alle dokters gezond?

Are all doctors healthy?

Ik ben niet gezond.

I'm not healthy.

Tom is gezond, toch?

Tom is healthy, isn't he?

Tom was eens gezond.

Tom used to be healthy.

Tom is niet gezond.

Tom isn't healthy.

Ik eet altijd gezond.

I always eat healthy.

Mijn broer is gezond.

My brother is healthy.

Tom is heel gezond.

Tom is very healthy.

Dat is niet gezond.

That's not healthy.

Tom was niet gezond.

Tom wasn't healthy.

Vers voedsel is gezond.

Fresh food is healthy.

Beter gezond dan rijk.

It is much better to be healthy than wealthy.

Mijn moeders zijn gezond.

My mothers are healthy.

Mijn vaders zijn gezond.

- My fathers are healthy.
- My dads are healthy.

Hoeveel suiker is gezond?

How much sugar is healthy?

De baby is gezond.

The baby is healthy.

- Ik probeer gezond voedsel te eten.
- Ik probeer gezond te eten.

I try to eat healthy food.

- Tom zag er gezond uit.
- Tom zag eruit alsof hij gezond was.

Tom looked like he was healthy.

- De patiënt zag er gezond uit.
- De patiënt leek gezond te zijn.

The patient seemed to be healthy.

Ik wil bovenal gezond zijn.

Above all, I want to be healthy.

Hij ziet er gezond uit.

He looks healthy.

Zij zien er gezond uit.

They look healthy.

Ik was een gezond kind.

I was a healthy child.

Ze is echt helemaal gezond.

She is really in good health.

Onze baby is gezond geboren.

Our baby was born healthy.

Hij lijkt sterk en gezond.

He appears to be strong and healthy.

Je ziet er gezond uit.

You look healthy.

Tom zag er gezond uit.

Tom looked healthy.

De vader is heel gezond.

The father is very healthy.