Translation of "Boeken" in English

0.013 sec.

Examples of using "Boeken" in a sentence and their english translations:

Deze boeken zijn mijn boeken.

These books are my books.

Niet alle boeken zijn goede boeken.

Not all books are good books.

Lees boeken.

Read books.

Deze boeken zijn makkelijker dan die boeken.

These books are easier than those books.

- U heeft veel boeken.
- Jij hebt veel boeken.
- Jullie hebben veel boeken.

You have many books.

- Hoeveel boeken heeft hij?
- Hoeveel boeken bezit hij?

How many books does he have?

- Dit zijn onze boeken.
- Hier zijn onze boeken.

Here are our books.

- Ze bezit tweeduizend boeken.
- Ze heeft tweeduizend boeken.

- She has two thousand books.
- She owns two thousand books.
- She has 2,000 books.

- Hoeveel boeken bezit je?
- Hoeveel boeken hebben jullie?

How many books do you have?

We boeken vooruitgang.

Anyway, we are making progress.

Sluit jullie boeken.

- Close your book.
- Close the book.
- Close your books.

Boeken fascineren me.

Books fascinate me.

Ik download boeken.

I am downloading books.

Hij schrijft boeken.

He writes books.

Ik lees boeken.

I read books.

- Hij heeft twee boeken geschreven.
- Hij schreef twee boeken.

He has written two books.

- Ze heeft enkele boeken.
- Ze heeft een paar boeken.

She has a few books.

- Ik heb enkele boeken.
- Ik heb een paar boeken.

- I have a few books.
- I have got some books.
- I have some books.

- Tom heeft twee boeken geschreven.
- Tom schreef twee boeken.

Tom wrote two books.

- Jij hebt veel boeken.
- Je hebt een hoop boeken.

You have a lot of books.

- Van wie zijn die boeken?
- Van wie zijn deze boeken?

Whose books are these?

- Dat zijn heel oude boeken.
- Dit zijn zeer oude boeken.

These are very old books.

- Al deze boeken zijn anders.
- Al deze boeken zijn verschillend.

All of these books are different.

Hoeveel boeken bezit je?

- How many books do you have?
- How many books do you possess?

Hoeveel boeken hebben jullie?

- How many books do you have?
- How many books have you got?

Ik kocht veel boeken.

- I have bought a lot of books.
- I bought many books.
- I bought a lot of books.
- I've bought a lot of books.

Ze leest graag boeken.

She likes to read books.

Ik heb twee boeken.

- I have two books.
- I've got two books.

Ik lees geen boeken.

I do not read books.

Heb je twee boeken?

- Do you have two books?
- You've got two books?
- You have two books?

Dat zijn mijn boeken.

- Those books are mine.
- These are my books.
- These books are mine.
- Those are my books.

Ik heb veel boeken.

- I have many books.
- I have a lot of books.

Ze heeft tweeduizend boeken.

She has two thousand books.

Ik lees graag boeken.

I like reading books.

Kies willekeurig drie boeken.

Choose three books at random.

Waar zijn mijn boeken?

Where are my books?

Hij leest graag boeken.

He likes to read books.

Ik download graag boeken.

I like to download books.

John verkocht vroeger boeken.

John used to sell books.

Ze heeft meer boeken.

She has more books.

Ik hou van boeken.

- I love books.
- I like books.

Ik heb weinig boeken.

I have few books.

Deze boeken zijn oud.

These books are old.

Hoeveel boeken heeft hij?

How many books does he have?

Hier zijn onze boeken.

Here are our books.

Dit zijn onze boeken.

These are our books.

Ze hebben weinig boeken.

They have few books.

Die boeken zijn nieuw.

These books are new.

Er zijn tweeduizend boeken.

There are two thousand books.

Jij hebt veel boeken.

- You have many books.
- You have a lot of books.

Niemand wil jouw boeken!

Nobody wants your books!

Ik lees vaak boeken.

I often read books.

Ze heeft enkele boeken.

She has a few books.

Dit zijn mijn boeken.

- Those books are mine.
- These are my books.
- Those are my books.
- They're my books.

Hij had tientallen boeken.

He has dozens of books.

De boeken zijn klein.

The book is small.