Translation of "Goede" in English

0.014 sec.

Examples of using "Goede" in a sentence and their english translations:

- Een goede keuze!
- Goede keuze!

- Good pick!
- Good choice!

Goede mensen en zelfs goede werknemers,

People who were good people, maybe even good employees,

- Goede reis!
- Een goede reis gewenst!

- Have a nice flight.
- Have a safe trip.
- Bon voyage!

Goede beslissing.

Good decision.

Goede reis!

- Enjoy your trip.
- Have a safe trip.
- Have a nice trip!
- Bon voyage!
- Have a good trip!
- Godspeed!

Goede jongen.

That a boy!

Goede timing!

Nice timing.

Goede show!

Good show!

Goede timing.

Good timing.

Goede God!

- Good God!
- Christ!

Goede morgen.

Good morning!

Goede genade!

Goodness gracious!

- Ik wens u een goede reis.
- Goede reis!
- Een goede reis gewenst!

- Enjoy your trip.
- I wish you a good journey.
- Have a nice trip!
- Bon voyage!
- Have a good trip.

- Goede reis!
- Een goede reis gewenst!
- Fijne reis!

- Bon voyage!
- Safe journey.

Goede beslissingen vandaag.

Good decisions today.

Een goede vlucht!

Have a nice flight.

- Goede nacht!
- Goedenacht!

- Good night!
- Goodnight!

Een goede vraag.

A good question.

Goede nacht, mama.

- Good night, Mom.
- Goodnight, Mother.

Een goede keuze!

Good pick!

Goede morgen knapperd.

Good morning, handsome.

Ze zijn vrij smerig, maar... ...goede proteïne, goede energie.

They taste pretty grim, but... good protein, good energy.

- Goede koopwaar looft zichzelf.
- Goede wijn behoeft geen krans.

Good wine needs no bush.

- Goeie rekeningen maken goeie vrienden.
- Effen rekeningen maken goede vrienden.
- Goede rekeningen maken goede vrienden.

Short accounts make long friends.

- Je bent een goede kat.
- Je bent een goede kerel.
- Je bent een goede vent.

You're a good cat.

- Dat was een goede speech.
- Dat was een goede toespraak.

That was a good speech.

- Tom is een goede buur.
- Tom is een goede buurman.

- Tom is a good neighbor.
- Tom is a good neighbour.

- Je bent een goede jongen.
- U bent een goede mens.

You are a good person.

- U bent een goede klant.
- Jij bent een goede klant.

- You are a good customer.
- You're a good customer.

- Kent gij een goede tandarts?
- Ken jij een goede tandarts?

Do you know a good dentist?

- Je bent een goede vent.
- U bent een goede mens.

You're a good guy.

- Ben ik een goede leraar?
- Ben ik een goede lerares?

Am I a good teacher?

- Tom is geen goede tuinier.
- Tom is geen goede tuinman.

Tom isn't a good gardener.

- Hij heeft een goede reputatie.
- Hij heeft een goede naam.

He has a good reputation.

Noord, zuid. Goede indicatoren.

North, south. Good indicators!

Goede keuze. Hard werken.

Good call! Oh! Hard work.

Huidvliegers zijn goede klimmers.

Colugos are good climbers.

Ze verdienen goede zorg!

and they deserve to be cared for.

Goede dag. Tot ziens.

Good day. See you soon.

Goede studenten studeren hard.

Good students study hard.

Ze bleven goede vrienden.

They remained good friends.

- Goede reis!
- Fijne reis!

Bon voyage!

Wees een goede toehoorder.

Be a good listener.

Wees een goede kerel!

Be a good boy.

Goede kinderen leren ijverig.

Good children learn eagerly.

Wij zijn goede vrienden.

We are good friends.

- Goedemorgen!
- Goede morgen.
- Goedemorgen.

Good morning.

Dit is goede koffie.

This is good coffee.

Dit is goede sushi.

This is good sushi.

Dat is goede koffie.

- That's good coffee.
- This is good coffee.
- This coffee is good.

Goede raad is duur.

Good advice is hard to come by.

- Goedenacht.
- Goede nacht!
- Goedenacht!

- Good night!
- Goodnight!
- Good night.

Denk aan het goede.

Think happy thoughts.

Zij zijn goede mensen.

- They are good people.
- They're good people.

Ik haal goede cijfers.

I get good grades.

Haaien zijn goede zwemmers.

Sharks are good swimmers.

Je hebt goede genen.

You have good genes.

Het is goede wijn.

It is good wine.

Nog een goede zondag!

Have a beautiful Sunday!

Canada produceert goede tarwe.

Canada produces good wheat.

Heb een goede dag.

- Have a nice day.
- Have a good day.

Zij heeft goede smaak.

She has good taste.

IJsberen zijn goede zwemmers.

Polar bears are good swimmers.

Goede schoenen zijn duur.

Good shoes are expensive.