Translation of "Mary" in Chinese

- Mary werkt als kassamedewerkster.
- Mary werkt als caissière.

玛丽是个收银员。

Mary kan zwemmen.

玛丽会游泳。

Mary kan Japans spreken.

瑪麗會講日語。

Mary is net thuisgekomen.

瑪麗剛剛回家。

Mary draagt een watermeloen.

瑪麗婭抱著一個西瓜。

Mary wil lerares worden.

瑪麗想成為一名教師。

Mary kookt zonder zout.

玛丽做菜不放盐。

Tom knipoogde naar Mary.

- 湯姆給瑪麗拋了個媚眼。
- 湯姆給瑪麗使了個眼色。

- Tom heeft gisteren met Mary gesproken.
- Tom heeft gisteren met Mary gepraat.

汤姆昨天和玛丽说话了。

- Ik ben Mary, de vrouw van Tom.
- Ik ben Mary, Toms vrouw.

我是玛丽，汤姆的妻子。

Mary is geïnteresseerd in politiek.

玛丽对政治感兴趣。

Mary is gisteravond laat opgebleven.

瑪麗昨晚熬夜。

Mary probeerde Tom te troosten.

瑪麗嘗試安慰湯姆。

Tom en Mary omhelsden elkaar.

汤姆和玛丽互相拥抱。

Mary en Maki zijn zussen.

Mari和Maki是姐妹。

Ik heb Mary gisteren ontmoet.

昨天我遇見了瑪麗。

Mary wil een dozijn eieren.

玛丽要一打鸡蛋。

Mary, ik hou van je!

玛丽，我喜欢你！

Mary verkleedde zich als heks.

玛丽打扮成一个女巫。

- Tom zei dat Mary hem geslagen heeft.
- Tom zei dat Mary hem heeft geslagen.

汤姆说玛丽打她。

Tom heeft werk gevonden voor Mary.

Tom给Mary找了份工作。

Tom en Mary zijn vandaag thuis.

Tom 和 Maria 今天在家。

Tom kocht een cadeautje voor Mary.

汤姆给玛丽买了件礼物。

Tom is niet bang voor Mary.

汤姆不怕玛丽。

Tom heeft Mary nog niet gebeld.

湯姆還沒打給瑪莉。

John en Mary hielden van elkaar.

約翰和瑪麗相愛。

Tom wist dat Mary lerares was.

汤姆知道了玛丽是一名老师。

Tom zei dat Mary verlegen is.

湯姆說瑪麗害羞。

Tom weet niet waarom Mary wegging.

汤姆不知道为什么玛丽走了。

- Mary en John kunnen allebei niet zwemmen.
- Mary en John kunnen geen van beiden zwemmen.

玛丽和约翰两人都不会游泳。

- Tom wilde weten of Mary een vriendje had.
- Tom wilde weten of Mary een vriend had.

汤姆想知道玛丽是否有男朋友？

Mary en ik zitten in dezelfde klas.

Marie和我同班。

Mary begon haar kleren uit te trekken.

玛丽开始脱衣服了。

Mary en ik zijn goede vriendinnen geworden.

我和瑪莉成了好朋友。

Tom vroeg Mary waar haar moeder was.

湯姆問瑪麗她媽在哪。

Mary kocht een rok en een blouse.

玛丽买了一件衬衫和一条连衣裙。

Ik heb gehoord dat Mary een scheiding wil.

我聽說瑪麗想離婚。

Mary Hat was deze week in New Orleans.

- 瑪麗海特本週在紐奧良。
- Maria Hat 本周在新奥尔良。

Tom glimlachte naar Mary en zij glimlachte terug.

汤姆对玛丽笑了笑，她也笑着回应了。

Tom en Mary telen bladsla in hun tuin.

湯姆和瑪利亞在他們的院子里種生菜。

Gisteren heb ik Mary op de straat ontmoet.

昨天我在街上遇見了瑪麗。

Mary en ik zijn van plan twee kinderen te krijgen.

玛丽和我计划生两个孩子。

Tom mocht Mary vanaf het moment dat hij haar ontmoette.

汤姆对玛丽一见钟情。

- Tom zwemt beter dan Mary.
- Tom kan beter zwemmen dan Maria.

汤姆比玛丽更擅长游泳。

Ik liep vorige week op een feestje Mary tegen het lijf.

上星期在一次派對中我遇到了瑪麗。

Hij legde aan Mary uit waarom hij laat was op haar verjaardagsfeest.

他向玛丽解释自己为什么会在她的生日聚会上迟到。

- Tom weet niet of Mary dood of levend is.
- Tom weet niet of Marie dood of levend is.

汤姆不知道玛丽的死活。