Translation of "ناراً" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "ناراً" in a sentence and their dutch translations:

‫أم أتوقف وأشعل ناراً؟‬

Of stop ik om een vuur te maken?

‫ولكن أرى أن نشعل ناراً كبيرة ‬ ‫ويمكننا استخدامها كرادع.‬

Maar we kunnen 'n groot vuur ter afschrikking gebruiken.

‫أعتقد أننا لو أشعلنا ناراً كبيرة،‬ ‫يمكن استخدامها كرادع.‬

Maar als we een groot vuur maken dat afschrikt...

‫هذا هو أول شيء.‬ ‫ثم سنشعل ناراً صغيرة هنا.‬

Dat is het eerste. Vervolgens maken we hier 'n vuurtje.