Translation of "نار" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "نار" in a sentence and their dutch translations:

- لا يوجد دخان من غير نار.
- لا دخان بدون نار.

- Waar rook is, is vuur.
- Er is geen rook zonder vuur.

‫ربما يمكننا إشعال نار صغيرة هنا،‬

We kunnen hier een klein vuur maken...

نقرأ كل يوم، عن حوادث إطلاق نار

Elke dag lezen we over schietpartijen,

‫يمكنني سماع المروحية.‬ ‫علينا فقط الوصول إلى نار الإشارة.‬

Ik hoor de helikopter. We moeten naar het signaalvuur zien te komen.

‫ضع هذه في الأغصان اللينة‬ ‫وعندئذ سيصبح لدينا نار.‬

Duw hem in de borstels... ...en we hebben een vuurtje.

‫حسناً، ترى إذن إنه ينبغي أن نتوقف‬ ‫ونحاول إشعال نار؟‬

Dus jij denkt dat we moeten stoppen en een vuur moeten maken?