Translation of "أعلم" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "أعلم" in a sentence and their dutch translations:

- أعرف.
- أعلم ذلك.
- أنا أعلم

Ik weet het.

نعم, أعلم

Ja, ik weet het.

الله أعلم.

Allah weet.

"أعلم هذا مسبقاً."

"Dat wist ik al wel."

لم أكن أعلم.

Ik wist het niet.

نعم أنا أعلم

Ja, ik weet het.

أعلم بأني مخطئ.

Ik weet dat ik ongelijk heb.

أعلم أنه يراقبني.

Ik weet dat hij me in het oog houdt.

أنا أعلم أنك غني

- Ik weet dat je rijk bent.
- Ik weet dat ge rijk zijt.
- Ik weet dat u rijk bent.
- Ik weet dat jullie rijk zijn.

لم أعلم بهذا الأمر.

- Dat wist ik niet.
- Ik wist dit niet.

أنا أعلم ما أريد

Ik weet wat ik wil.

لا أعلم أين يسكن.

Ik weet niet waar hij woont.

أنا أعلم أين تسكن

Ik weet waar je woont.

أنا أعلم أين أنت

- Ik weet waar je bent.
- Ik weet waar jullie zijn.
- Ik weet waar u bent.

أعلم أن توم جاهزٌ.

Ik weet dat Tom klaar is.

أنا أعلم ما أحب

- Ik weet wat ik leuk vind.
- Ik weet waar ik van hou.

نعم، أعلم، لكنّ هذه رائعة.

Ik weet het, maar deze zijn prachtig.

- الله وحده يعلم.
- الله أعلم.

Alleen God weet het.

لم أعلم أنه شَرِبَ كثيرًا.

Ik wist niet dat hij zoveel gedronken had.

أنا أعلم أنها كانت خطيرة

Ik weet dat het ernstig was.

لا أعلم من أين أبدأ

Ik weet niet waar te beginnen.

أعلم أن لا مال لديك.

Ik weet dat je geen geld hebt.

لا أعلم متى سأعود بالتحديد.

Ik weet niet juist wanneer ik terugkom.

أنا أعلم أكثر عنه وراثيا.

Ik weet er genetisch meer over,

أعلم كم كانت هذه الرسالة قوية

Ik weet hoe krachtig die boodschap was.

- لا أعرف‏.‏‏
- لا أعرف.
- لا أعلم.

- Ik weet het niet.
- Ik weet niet.

أنا أعلم أن توم يحب ماري

Ik weet dat Tom van Mary houdt.

بعضكم يقول،"نعم، أنا أعلم هذا مسبقاً."

denk je: "Ja, maar dat wist ik wel."

وأنا لا أعلم ما يجب علي فعله.

En ik had geen idee wat te doen.

الآن أنا أعلم أنه عندما تكون "graced"

Nu weet ik dat als jij 'graced' bent,

أعلم بأننا نعيش الآن في مجتمع رأسماليّ،

Ik weet dat we leven in een kapitalistische gemeenschap

لا أعلم إن كنت سأملك الوقت لفعله.

- Ik weet niet of ik tijd zal hebben om het te doen.
- Ik weet niet of ik tijd heb om het te doen.

أنا أعلم تمام العلم أنه ليس سهل القبول،

begrijp ik dat het niet altijd eenvoudig is om aan te nemen.

فأنا أعلم أن هذه ليست مشكلة الشاعر الوحيدة

En ik weet dat dit niet enkel een probleem is voor dichters,

- لا أعرف‏.‏‏
- لا أعرف.
- لا أعلم.
- لا أدري.

Ik weet niet.

لم أكن أعلم بأنك تستطيع الطبخ بهذه البراعة.

Ik wist niet dat ge zo goed kondt koken.

لا أعلم فيما إذا كان حيا أم ميتا.

Ik weet niet of hij dood is of leeft.

لا أعلم هل كانوا داخلين في رهان أم ماذا؟

Alsof het een weddenschap was.

- أعرف أنك تقول لا.
- كنت أعلم أنك ستقول لا

Ik weet dat je nee gaat zeggen.

في كل رحلة: هل ٤ ؟ أو ٧ ؟ لا أعلم

Iedere vlucht: "Is het een vier? Is het een zeven? Geen idee.

أعلم أنّ لا شيء من هذه الأمور يمكنه تغيير العالم،

Ik weet dat deze dingen de wereld niet kunnen veranderen...

‫في ذلك الوقت،‬ ‫لم أكن أعلم أنني شهدت شيئًا استثنائيًا.‬

Ik wist toen nog niet dat ik iets bijzonders had gezien.

- لا أعرف‏.‏‏
- لا أعرف.
- لا أعلم.
- لا أدري.
- لا اعرف.

- Ik weet het niet.
- Weet ik veel.

- و كيف لي أن أعرف؟
- و كيف لي أن أعلم؟

Hoe moet ik dat weten?

أنا أعلم ما تفكر به - هذا يشبه أي كرة جولف أخرى.

Ik weet wat je denkt, dit lijkt op elke andere golfbal.

أنت مستعد للتخلّي عنه الآن٬ فكّر في ذلك الأمر٬ لا أعلم ماهو

dat je bereid bent los te laten; denk eraan, ik weet niet wat het is,

- لا أعرف ماذا أقول.
- لا أعلم ماذا أقول.
- انا فقط لا اعلم ماذا اقول

- Ik weet gewoon niet wat ik moet zeggen...
- Ik weet eenvoudig niet wat te zeggen...

- كيف لي أن أعرف؟
- و كيف لي أن أعرف؟
- و كيف لي أن أعلم؟

- Hoe moet ik dat weten?
- Weet ik veel!

- لا أعرف إن كانت لا تزال معي.
- لا أعلم إذا ما كان لا يزال معي.

Ik weet niet of ik het nog heb.

- لا أعلم من أين أتت.
- ليس لدي علم من أين جاءت.
- لا أعرف ما مصدرها.

Ik wist niet waar het vandaan kwam.

قال الصائب: "أعلم،" بينما جلب لنفسه علبةً جديدةً من الفانتا. "هذا أمر جدي. إذن، لم اتصلت؟"

"Weet ik," zei Al-Sayib, terwijl hij een nieuwe fles Fanta haalde. "Dit is een serieuze aangelegenheid. Maar waarom bel je?"

أعلم أنك تظن أنك فهمتَ ما ظننتَ أنني قلتُه، لكنني لستُ واثقًا أنك وعيتَ أن ما سمعتَه ليس ما قلتُه.

Ik weet dat je denkt dat je hebt begrepen wat je dacht dat ik gezegd heb, maar ik weet niet zeker of je je wel gerealiseerd hebt dat wat jij gehoord hebt niet is wat ik bedoelde.

- لا أعلم إن كان لدي ما يكفي من الوقت.
- لا أعرف إذا كان لدي الوقت الكافي لذلك.
- أنا لا أعرف إذا كان لدي الوقت.

- Ik weet niet of ik tijd heb.
- Ik weet niet of ik daar tijd voor heb.