Translation of "أعرف" in Dutch

- أعرف اسمه.
- أعرف اسمه

- Ik ken zijn naam.
- Ik weet zijn naam.

أعرف.

Ik weet het.

- أعرف اسمك.
- أنا أعرف اسمك

Ik weet wat jouw naam is.

- أعرف أباك.
- أنا أعرف أباك

- Ik ken je vader.
- Ik ken jullie vader.
- Ik ken uw vader.

- لا أعرف اسمه.
- لا أعرف اسمها.
- لا أعرف إسمه.

Ik ken zijn naam niet.

أعرف اسمه.

Ik weet hoe hij heet.

أعرف الحقيقة.

Ik ken de waarheid.

- أعرف أولئك الفتيات.
- أنا أعرف هؤلاء الفتيات

Ik ken die meisjes.

- لا أعرف إسمه.
- أنا لا أعرف اسمه

Ik ken zijn naam niet.

لا أعرف شيئاً.

Ik weet niets.

أنا أعرف عنوانها.

Ik ken haar adres.

أود أن أعرف.

Ik ben nieuwsgierig.

أعرف كل شيء.

Ik weet alles.

أعرف أخاك جيداً.

Ik ken je broer heel goed.

أعرف ذلك الولد.

Ik ken deze jongeman.

أنا أعرف أمك

Ik ken je moeder.

أعرف أولئك الفتيات.

Ik ken die meisjes.

أعرف كل شيء .

Ik weet alles.

لم أعرف ماذا أكتب.

had ik vreselijk last van schrijversblok.

‫أعرف جيداً ما سببها،‬

Ik weet precies waar het van komt.

أنا أعرف هذا الشعور.

Dat gevoel ken ik.

وكان عليّ أن أعرف،

Ik had het kunnen weten,

لا أعرف كيف أشكرك.

Ik weet niet hoe ik u kan danken.

أنا لا أعرف لماذا

Ik weet niet waarom.

لا أعرف شيئًا البتّة.

Ik weet niets.

لا أعرف كم الساعة

Ik weet niet hoe laat het is.

لا أعرف ماذا أفعل.

Ik weet niet wat ik moet doen.

- لا أعرف‏.‏‏
- لا أعرف.

Ik weet het niet.

لا أعرف ماذا أقول.

Ik weet niet wat ik moet zeggen.

كيف لي أن أعرف؟

Hoe moet ik dat weten?

لا أعرف إلّا هذا.

Dat is alles wat ik weet.

أريد أن أعرف رأيك.

Ik wil weten wat jouw mening is.

أعرف أن توم أصلع.

Ik weet dat Tom kaal is.

‫لا أعرف كيف سيشتعل تحديداً.‬

Ik weet niet hoe dit gaat branden.

لا أعرف شيئًا عن ذلك...

dat kan ik moeilijk beoordelen --

لا أعرف عمر هذه المنطقة.

Ik weet niet hoe oud deze nederzetting is.

أعرف رجلا يحسن تكلم الروسية.

Ik ken een man die goed Russisch spreekt.

سألتني أن كنت أعرف عنوانه.

Ze vroeg me of ik zijn adres ken.

- أعرف.
- أعلم ذلك.
- أنا أعلم

Ik weet het.

ليتني كنت أعرف أين هو!

Ik wou dat ik wist waar hij was!

أنا أعرف أين يعمل توم.

Ik weet waar Tom werkt.

لا أعرف متى سيكون هنا.

Ik weet niet wanneer hij hier zal zijn.

لا أعرف ما أفعلُهُ غداً.

Ik weet niet wat ik morgen moet doen.

- كيف لي أن أعرف؟
- و كيف لي أن أعرف؟
- و كيف لي أن أعلم؟

- Hoe moet ik dat weten?
- Weet ik veel!

ولم أعرف لما، حتى تلك الليلة.

en ik had geen idee waarom, tot op die avond.

‫لا أعرف منذ متى وهو هنا.‬

Ik weet niet hoelang die daar al zit.

‫ولكنني أعرف على الأقل أنه هناك.‬

Maar ik weet dat hij er is.

وكانوا يريدون مني أن أعرف السبب.

En ze willen echt dat ik die reden begrijp.

لكن اليوم أعرف أن الواقع مختلف.

Maar vandaag weet ik dat de realiteit anders is.

- أريد أن أعرف رأيك.
- أريد رأيك.

- Ik wil je mening.
- Ik wil jullie mening.

أنا ببساطة لا أعرف ماذا أقول...

- Ik weet gewoonweg niet wat te zeggen...
- Ik weet eenvoudig niet wat te zeggen...

لا أعرف إن كنا نحتاج ذلك.

Ik weet niet of we dit nodig hebben.

لا أعرف ماذا سأفعل بعد الآن.

Ik weet niet meer wat ik moet doen.

- لا أعرف‏.‏‏
- لا أعرف.
- لا اعرف.

- Ik weet het niet.
- Dat weet ik niet.
- Ik weet niet.
- Weet ik niet.

- لا أعرف‏.‏‏
- لا أعرف.
- لا أعلم.

- Ik weet het niet.
- Ik weet niet.

لم أعرف كيف أجيب على سؤاله.

Ik wist niet hoe ik zijn vraag moest beantwoorden.

- لا أعرف‏.‏‏
- لا أعرف.
- لا أَعلَم.

- Ik weet het niet.
- Ik weet niet.

أريد أن أعرف من سيأتي معنا.

Ik wil weten wie met ons mee komt.

- لا أعرف‏.‏‏
- لا أعرف.
- لا أدري.

- Ik weet het niet.
- Ik weet niet.
- Weet ik niet.

لم اكن أعرف حينها معنى كلمة إرهابي،

Het woord 'terrorist' stond niet op ons spellinglijstje,

‫ولكنني لا أعرف أين ذهبت من هنا.‬

...maar ik weer niet waar ze heen is gegaan.

‫تقلصات حقيقية بالمعدة،‬ ‫أعرف جيداً ما سببها،‬

Echte maagpijn. Ik weet precies waar het van komt.

‫لا أعرف إن كان هذا قراراً جيداً.‬

Ik weet niet of dit een goede beslissing is.

لا أعرف عملاً سياسياً أكثر من الثورة.

Niets is politieker dan een revolutie.

ولكنني كنت بحاجة لأعرف. أردت أن أعرف.

Maar ik moest en zou het weten.

لا أعرف متى جاء بوب إلى اليابان.

- Ik weet niet wanneer Bob naar Japan gekomen is.
- Ik weet niet wanneer Bob in Japan aangekomen is.

أعرف محطّة شحن غير بعيدة من هنا.

- Ik ken een tankstation niet zo ver van hier.
- Ik weet een benzinestation hier vlakbij.

- أعرف هذا الولد الذي لا تعرف عنه شيئا .
- أنا أعرف هذا الولد الذي لا تعرف عنه شيئا.

Ik ken deze jongen die jij niet kent.

الآن، أعرف هناك بعض الناس بحركات محدودة بذراعيهم،

Ik weet dat er mensen zijn die hun armen niet kunnen bewegen,

ثم أدركت أنني لا أعرف أي شيء بالألمانية

en toen besefte ik dat ik eigenlijk geen woord Duits sprak

"أنا أعرف الجذور الخبيثة لتلك الكلمة، إنها العبودية".

"Ik begrijp de giftige wortels van dit woord; het is de slavernij."

لم أكن أعرف حقًا كيف أستعد لتسلق حر.

Ik wist niet echt hoe ik me daarop kon voorbereiden,

لا أعرف ماذا أقول لأجعلك تشعر بشعور أفضل.

Ik weet niet wat te zeggen opdat je je beter zou voelen.

- لا أعرف إلّا هذا.
- هذا كل ما أعرفه.

Ik weet alleen dit.

- لا أعرف‏.‏‏
- لا أعرف.
- لا أعلم.
- لا أدري.

Ik weet niet.

أعرف أنها لن تستمر٬ هم يعرفون٬ لما الإطاله ؟

Ik weet het, zij weten het, waarom hou ik dit vol?

‫من حيث تم إسقاطي،‬ ‫أعرف أن المدنية بجهة الشرق،‬

Ik weet dat vanaf ons beginpunt de beschaving in het oosten ligt.

‫أعرف من خبرتي‬ ‫أن الإمساك بالخراف ليس دائماً سهلاً.‬

Ik weet uit ervaring... ...dat 't niet altijd eenvoudig is om 'n schaap te vangen.

لقد كتب إليّ: "أعرف بأن ما نحن فيه مختلف"،

"Ik weet het, onze situaties verschillen," schreef hij in zijn brief,

لأنني الآن أعرف أنه عند إشراك الناس في السبب،

Want nu weet ik dat als je mensen laat nadenken over 'waarom',

انظروا، الآن أعرف أن الناس أكثر استعدادًا لمشاركة المعلومات

Nu weet ik dat mensen eerder bereid zijn informatie te delen

اعتقدت أنني أعرف من صميم قلبي ما هو جيد

Ik was er oprecht van overtuigd dat ik wist wat goed was.

لقد أثر علي وأنا لا أعرف كيف أصف ذلك ".

Hij maakte indruk op me, ik weet niet hoe ik het moet beschrijven. "

- أعرف كيف ألعب كرة المضرب.
- بإمكاني أن ألعب التنس.

Ik kan tennissen.