Examples of using "الله" in a sentence and their dutch translations:
Alleen God weet het.
hun namen zijn rust in vrede, Allah Yerhamo.
Allah is groot!
- God zegene jullie!
- God zegene u!
- God zegene je!
Allah weet.
Er is geen god buiten God, en Mohammed is zijn profeet.
- God zij dank.
- Godzijdank.
Als God het wil...
Moslims aanbidden God.
God zei: "Er weze licht!"
Voor God zijn alle mensen gelijk.
- Vrede, genade en zegeningen van God zij u.
- Vrede, genade en zegeningen van God zij met jou.
- Vrede, genade en zegeningen van God zij met jullie.
Gezondheid!
- God schiep deze wereld in zes dagen.
- God schiep de wereld in zes dagen.
Sami's islamitische naam is Abdullah.
- Moslims geloven dat Jezus een boodschapper van God was.
- Moslims geloven dat Jezus Gods boodschapper was.
Klem je daar aan vast. Bidden dat het touw het houdt.
Moslims geloven dat Mohammed Gods boodschapper is.
zo genoemd vanwege de gewaagde belofte dat God wil dat je voorspoed hebt.
vermoedelijk niet omdat God minder boos op ons is geworden,
Zoals de Heilige Koran ons gebiedt: "Vreest God en spreekt de waarheid."