Examples of using "Yapıyordum" in a sentence and their dutch translations:
Ik maakte een grapje.
Ik maakte maar een grapje.
Ik maakte maar een grapje.
- Ik was aan het schilderen.
- Ik schilderde.
- Ik maakte mijn huiswerk.
- Ik was mijn huiswerk aan het maken.
Ik was een bad aan het nemen toen de telefoon ging.
- Ik was cake aan het bakken.
- Ik was een cake aan het bakken.
Ik was een cake aan het bakken.
Ik voerde mijn routine perfect uit.
- Ik was cake aan het bakken.
- Ik was een cake aan het bakken.
Maar toen maakte ik veel fouten.
Gisteren rond deze tijd was ik op het Internet aan het surfen.