Translation of "Yapıyordum" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "Yapıyordum" in a sentence and their dutch translations:

Şaka yapıyordum.

Ik maakte een grapje.

- Sadece şaka yapıyordum.
- Ben sadece şaka yapıyordum.

Ik maakte maar een grapje.

Sadece şaka yapıyordum.

Ik maakte maar een grapje.

Ben resim yapıyordum.

- Ik was aan het schilderen.
- Ik schilderde.

Ev ödevimi yapıyordum.

- Ik maakte mijn huiswerk.
- Ik was mijn huiswerk aan het maken.

Telefon çaldığında banyo yapıyordum.

Ik was een bad aan het nemen toen de telefoon ging.

Ben bir kek yapıyordum.

- Ik was cake aan het bakken.
- Ik was een cake aan het bakken.

- Pasta yapıyordum.
- Kek pişiriyordum.

Ik was een cake aan het bakken.

Rutinimi kusursuz bir şekilde yapıyordum.

Ik voerde mijn routine perfect uit.

- Ben bir kek yapıyordum.
- Kek pişiriyordum.

- Ik was cake aan het bakken.
- Ik was een cake aan het bakken.

Ama o noktada bir sürü hata yapıyordum.

Maar toen maakte ik veel fouten.

Dün bu saatlerde internet de sörf yapıyordum.

Gisteren rond deze tijd was ik op het Internet aan het surfen.