Examples of using "Yaşındaydı" in a sentence and their dutch translations:
Hij was dertien.
Hij was 42 jaar oud en ik was 15.
Hij was slechts drie jaar oud.
Hoe oud was Tom toen?
Tom was toen dertien.
Tom was vijf jaar oud, toen ik hem voor het laatst zag.
Tom was toen dertien.
Tom was vijf jaar oud, toen ik hem voor het laatst zag.
Tom was toen nog maar dertien of veertien jaar oud.