Translation of "Onunla" in Dutch

0.093 sec.

Examples of using "Onunla" in a sentence and their dutch translations:

Onunla karşılaşabilirsin.

Het zou kunnen dat je hem gaat ontmoeten.

Onunla nişanlıyım.

Ik ben met haar verloofd.

Onunla konuştum.

Ik sprak met haar.

Onunla buluşabilirsin.

Het zou kunnen dat je hem gaat ontmoeten.

Onunla eğlendik.

We hadden er plezier mee.

Onunla oynarım.

Ik speel met hem.

Onunla kalacağım.

Ik blijf bij haar.

Onunla konuşma.

- Praat niet met hem.
- Spreek hem niet aan.

Onunla konuşayım.

Laat me het haar vertellen.

Onunla ilgilenmelisin.

- U moet voor hem zorgen.
- Je moet voor hem zorgen.

Onunla ilgileneceğiz.

- We zullen voor hem zorgen.
- Wij zullen wel voor hem zorgen.

- Kendini onunla mukayese etme.
- Kendini onunla kıyaslama.
- Kendini onunla karşılaştırma.

Vergelijk jezelf niet met hem.

- Onunla nasıl ilgileniyorsun?
- Onunla nasıl başa çıkıyorsun?

Hoe ga je ermee om?

onunla iletişime geçin

hem of haar te bellen

Onunla sevişmek istiyorum.

Ik wil seks met haar hebben.

Onunla temas kuramadım.

Ik kon geen contact krijgen met hem.

Onunla ne yapacaksın?

- Wat ga je ermee doen?
- Wat gaat u ermee doen?
- Wat gaan jullie ermee doen?
- Wat ben je daarmee van plan?
- Wat bent u daarmee van plan?
- Wat zijn jullie daarmee van plan?

Odamı onunla paylaştım.

Ik deelde een kamer met hem.

Onunla ilgim yok.

Ik heb niets met hem van doen.

Ben onunla geçinemiyorum.

Ik kan niet met hem opschieten.

Onunla gidebilir miyim?

Kan ik met hem meegaan?

Onunla birlikte gitti.

Hij ging samen met haar.

Onunla konuşmak istiyorum.

- Ik wil met hem spreken.
- Ik wil met hem praten.

Onunla telefonda konuştum.

Ik sprak met hem door de telefoon.

Onunla konuşmak zor.

Het is moeilijk praten tegen hem.

Sonunda onunla evlendi.

Uiteindelijk is ze met hem getrouwd.

Ben onunla mutluyum.

Ik ben daar gelukkig mee.

Onunla alâkam yok.

Ik had met haar niets te maken.

Onunla alay etmemelisin.

Je moet hem niet uitlachen.

Onunla rahatlamış hissediyorum.

- Bij hem voel ik me gerelaxt.
- Bij hem voel ik me ontspannen.

Onunla evlenmek istiyorum.

Ik wil met hem trouwen.

Yarın onunla görüşeceğim.

Ik zal hem morgen zien.

Facebook'ta onunla konuşuyorum.

Ik praat met haar op Facebook.

Sadece onunla konuşuyordum.

Ik was alleen maar met haar aan het praten.

Tom onunla mutlu.

Tom is er blij mee.

Onunla kavga edersin.

Je krijgt met hem te doen.

Neden onunla ilgileniyorsun?

Waarom interesseer je je voor haar?

Onunla defalarca karşılaştım.

Ik heb hem verschillende keren ontmoet.

Onunla dün tanıştım.

- Ik heb hem gisteren ontmoet.
- Ik ontmoette hem gisteren.

Onunla aynı fikirdeyim.

Ik ben het met hem eens.

Onunla çıkmak istiyorum.

Ik wil met haar uitgaan.

Onunla bizzat ilgileneceğim.

Ik zal daar persoonlijk voor zorgen.

Onunla ne yapacağız?

Wat gaan we ermee doen?

Onunla öyle konuşma.

Praat niet zo tegen hem.

Onunla seks yapmadım.

Ik heb geen seks met hem gehad.

Onunla aynı fikirdeydim.

Ik was het met haar eens.

Onunla iyi geçinirim.

Ik kan goed met haar overweg.

Onunla konuştun mu?

Heb je haar gesproken?

Onunla tanışmak istemiyorum.

Ik wil hem niet zien.

Onunla alay etme.

Maak hem niet belachelijk.

Onunla kim konuştu?

Wie heeft met ze gepraat?

Ben onunla nişanlıyım.

Ik ben met haar verloofd.

Onunla dans et!

Dans met haar!

Seni onunla gördüm.

Ik heb je met hem gezien.

Onunla birlikte çalışamam.

Ik kan niet met hem werken.

Onunla konuşur musun?

- Wil je met haar praten?
- Zou je met haar willen praten?

Onunla konuşmak istemiyorum.

Ik wil niet met hem praten.

Yarın onunla konuşacağım.

Ik zal morgen met haar praten.

Onunla konuşmaya gideceğim.

Ik ga met haar praten.

Onunla tanışmak istiyorum.

Ik wil haar leren kennen.

Onunla tanışmak üzereyiz.

We staan op het punt hem te ontmoeten.

Onunla irtibat kuracağız.

We zullen contact met hem opnemen.

Onunla ilgili endişelenme.

- Maakt u zich geen zorgen over hem.
- Maak je maar geen zorgen over hem.

Hâlâ onunla meşgulüm.

Ik ben er nog mee bezig.

Neden onunla konuşuyordun?

Waarom was je met hem aan het praten?

Onunla röportaj yaptım.

Ik heb ’m geïnterviewd.

Keşke onunla gidebilseydim.

Ik wou dat ik met haar had kunnen meegaan.

Ben onunla samimiyim.

- Ik ben vriendelijk tegen haar.
- Tegen haar ben ik vriendelijk.

Onunla Fransa'da tanıştım.

Ik heb haar in Frankrijk leren kennen.

Onunla birlikte yaşar.

- Ze woont bij hem.
- Ze woont met hem samen.

O, onunla görüşemedi.

Ze kon zich niet bij hem voegen.

Onunla evlenmek niyetindeydi.

Hij was van plan met haar te trouwen.

Tom onunla tanınır.

Tom staat daar bekend om.

O onunla evlendi.

Ze is met hem getrouwd.

Onunla konuşacak mısın?

- Ga je met hem praten?
- Zult u een woordje met hem wisselen?

Onunla tanıştın mı?

Heb je hem ontmoet?

- Ben onunla bir barda buluştum.
- Onunla bir barda tanıştım.

Ik heb hem in een café leren kennen.

Bu, onunla kıyaslanamaz bile.

Niets komt daarbij in de buurt.

...ve onunla başını yakalarız.

Daarmee pinnen we zijn kop vast.