Examples of using "Kez" in a sentence and their dutch translations:
Dat heb ik één keer gedaan.
Hoe vaak hebben ze je beschoten?
Hoeveel views zijn er al?
Dit is de laatste keer.
Eén keer is genoeg.
- Opnieuw.
- Nog een keer.
- Nogmaals!
Nog een keer!
Hoe vaak ben je verhuisd?
Je leeft maar één keer.
Ze is een paar keer naar Hawaï geweest.
Zij is drie keer naar Frankrijk gegaan.
hij raakte één keer ernstig gewond en één keer gevangengenomen.
Ik ben tweemaal in Londen geweest.
Ik ben twee keer in Kioto geweest.
Hij deed dat niet eenmaal maar tweemaal.
- We hebben maar één keer gezoend.
- We hebben elkaar maar één keer gezoend.
Sami is een keer in het hoofd en een keer in het hart geschoten.
Ik? Heel vaak.
Ik? Heel vaak.
Ik zag ooit een ufo.
Het zal mijn laatste voor jou zijn.
- Bel twee keer.
- Laat de bel twee keer rinkelen.
Ik heb hem een keer ontmoet.
- Laten we dat nog eens proberen.
- Laten we het nog eens proberen.
Dat was niet de eerste keer.
Dit is niet de eerste keer dat ik hier ben.
Ik ben een keer in Kioto geweest.
Dat zei je de vorige keer.
De telefoon ging een paar keer over.
Ze ging voor de eerste keer naar Parijs.
Ik ben al drie keer in Boston geweest.
Tweemaal ben ik in Parijs geweest.
Ik ben twee keer in Kioto geweest.
Ik ben twee keer naar Amerika geweest.
Ik ben twee keer in Kioto geweest.
Ik ben verscheidene keren naar Boston gegaan.
Ik waarschuw je voor de laatste keer.
Niet nog een keer!
- Nogmaals?
- Nog een keer?
Ik ben twee keer in Kioto geweest.
Deze keer zal ik het proberen.
- Ik heb het je dikwijls gezegd.
- Ik heb het je meermaals verteld.
Ik heb hem ontmoet.
Ik heb dat boek diverse keren gelezen.
Ik neem een maal per dag een bad.
Ik ga een keer per week naar de bioscoop.
Hoeveel keer per dag komt deze bus voorbij?
We eten driemaal per dag.
Dat hoor ik minstens een keer per week.
won Harvard slechts vier keer.
- Hoeveel maal per week neemt ge een bad?
- Hoeveel keer per week neem je een bad?
- Ik zwem eenmaal per week.
- Ik zwem één keer per week.
Lees het nog een keer.
Het magazine komt twee keer per maand uit.
Laten we hier een keer per week vergaderen.
Hij heeft Europa een paar keer bezocht.
- Ik was twee keer in de Verenigde Staten.
- Ik ben tweemaal in de Verenigde Staten geweest.
Toms zoon werd voor de derde keer beroofd.
We zijn maar eenmaal jong.
Ik heb haar maar één keer gekust.
Ik heb hem maar één keer ontmoet.
Ik ga elke maand naar de kapper.
Hij heeft driemaal Frankrijk bezocht.
- Ik heb uw leven al tweemaal gered.
- Ik heb jouw leven al tweemaal gered.
Hoe dikwijls per jaar ga je naar het strand?
Het is de eerste keer dat ik van dit woord heb gehoord.
Ik ben maar één keer in Boston geweest.
Ik ben al drie keer in Boston geweest.
We komen eenmaal per jaar bijeen.
Ik moet twee keer overstappen.
Ik herinner mij hem een keer gezien te hebben.
Ik zal de borden nog eens afwassen.
Hoe vaak moet je naar de tandarts?
- Probeer het nog eens.
- Probeer het nog maar eens.
Ik heb hem maar één keer ontmoet.
- Hoeveel keer per dag geeft u uw hond te eten?
- Hoeveel keer per dag voer je je hond?
Het is maar één keer gebeurd.
London is vaak gebombardeerd geweest.
- Is dit jouw eerste keer in Korea?
- Is dit uw eerste keer in Korea?
- Is dit jullie eerste keer in Korea?
Ik heb het al tig keer gezegd!
- Hoeveel keer per week eet ge buitenshuis?
- Hoeveel keer per week eet je buiten de deur?
We komen hier eenmaal per week bijeen.
Ik heb dat boek enkele keren gelezen.
- Ik voedde mijn hond twee keer per dag.
- Ik voedde mijn hond tweemaal per dag.
- Ik gaf tweemaal per dag mijn hond eten.
- Ik gaf twee keer per dag mijn hond eten.
- Tom sloeg drie keer toe.
- Tom heeft drie keer toegeslagen.
Hij komt hier twee keer per week.
Ik ben al drie keer in Boston geweest.
We eten driemaal per dag.
Je hoeft het niet duizend keer te herhalen.
Zijn vader eet daar tweemaal per week.
Ik was twee keer ambassadeur bij de VN.