Examples of using "Uyumak" in a sentence and their dutch translations:
Ik moet slapen.
Ik wil slapen.
Ik wil niet slapen.
Wil je slapen?
Slapen in het donker is gevaarlijk.
Ik wil een dutje doen.
Wil je niet slapen?
Ik wil veel slapen.
Ik heb geen tijd om te slapen.
Vandaag moeten we buiten slapen.
Ik wil in mijn eigen bed slapen.
Tom wil op het strand slapen.
Ik ben heel moe, ik wil vroeger naar bed.
Op dit moment wil ik enkel maar slapen.
Ik wil nog wat langer slapen.
- Hij zou juist in slaap gevallen zijn, toen hij iemand zijn naam hoorde roepen.
- Hij stond op het punt in slaap te vallen, toen hij hoorde dat iemand zijn naam zei.
Ik weet dat ik nu eigenlijk zou moeten slapen.
Rusten betekent niet de hele dag slapen.
Deze kamer is niet geschikt om in te slapen.
Het lijkt erop dat de kinderen op de vloer zullen moeten slapen.
Dat bed is te hard om in te slapen.
Wil je met mij slapen?
Ik heb mijn lessen af en ik wil slapen, maar het is alweer tijd om naar school te gaan...
Tom probeerde weer te gaan slapen.