Examples of using "Kyoto'da" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben in Kyoto geboren.
Ik woon nu in Kyoto.
Hij woont in Kioto.
Mijn ouders wonen in Kioto.
Ik ben een keer in Kioto geweest.
Ik ben twee keer in Kioto geweest.
Ik ben twee keer in Kioto geweest.
Ik heb een oom die in Kyoto woont.
Ik heb een vriend die in Kioto woont.
Ze heeft niet veel vrienden in Kyoto.
Waarom woonde je in Kyoto vorig jaar?
Ik heb een oudere broer die in Kyoto woont.
- Ik heb een tante die in Kyoto woont.
- Ik heb een tante die in Kioto woont.
Er zijn veel oude tempels in Kioto.
Hij kocht een klein huis in Kyoto.
Ik heb bij toeval een oude vriend in Tokyo ontmoet.
Ik bezocht het museum vaak toen ik in Kyoto woonde.
Ik heb bij toeval een oude vriend in Tokyo ontmoet.
Ik ben twee keer in Kioto geweest.
Ze heeft twee zusters. Allebei wonen ze in Kioto.
Ik woonde een paar jaar geleden in Tokio, maar nu woon ik in Kyoto.