Translation of "Borç" in Dutch

0.016 sec.

Examples of using "Borç" in a sentence and their dutch translations:

Borç ve ihtiyaç komşudurlar.

Schuld en nood zijn buren.

Ben borç para alırım.

Ik leen geld.

Biraz borç para alabilir miyim?

- Mag ik wat geld lenen?
- Zou ik wat geld kunnen lenen?

O bana borç para vereceğini söyledi.

- Hij zei dat hij mij geld zou lenen.
- Hij zei dat hij me geld zou lenen.

Ona faizsiz 500 dolar borç verdim.

Ik heb hem 500 dollar geleend zonder rente.

Rica etsem bana biraz borç verebilir misin?

Wilt ge mij een plezier doen? Leent ge mij een beetje geld?

Biz borç para aldığımızda , şartları kabul etmeliyiz .

Wanneer men om geld vraagt, moet men bepaalde voorwaarden accepteren.

O her zaman benden borç para alıyor.

Hij leent altijd geld van me.

Şu anda Tom'a hiç borç para veremem.

Ik kan Tom op dit moment geen geld lenen.

Tom sık sık arkadaşlarından borç para alır.

Tom leent vaak geld van vrienden.

Dima " Bekle," "Ben, bana biraz borç verebilecek birini biliyorum." dedi.

"Wacht even," zei Dima, terwijl hij zijn telefoon tevoorschijn haalde, "ik weet iemand die me wel wat geld zou kunnen lenen."