Examples of using "Borç" in a sentence and their dutch translations:
Schuld en nood zijn buren.
Ik leen geld.
- Mag ik wat geld lenen?
- Zou ik wat geld kunnen lenen?
- Hij zei dat hij mij geld zou lenen.
- Hij zei dat hij me geld zou lenen.
Ik heb hem 500 dollar geleend zonder rente.
Wilt ge mij een plezier doen? Leent ge mij een beetje geld?
Wanneer men om geld vraagt, moet men bepaalde voorwaarden accepteren.
Hij leent altijd geld van me.
Ik kan Tom op dit moment geen geld lenen.
Tom leent vaak geld van vrienden.
"Wacht even," zei Dima, terwijl hij zijn telefoon tevoorschijn haalde, "ik weet iemand die me wel wat geld zou kunnen lenen."